Nagelveranderingen
De behandeling kan effect hebben op uw nagels. Klachten treden meestal een paar weken na het starten van de behandeling op. Uw nagels kunnen:
- minder hard groeien
- witte lijnen krijgen
- droger, brozer en/of zachter worden
- verkleuren
- splijten, breken en/of loslaten
De veranderingen aan de nagels ontstaan heel geleidelijk en verdwijnen meestal ook weer langzaam na de behandeling.
Een vervelende en pijnlijke bijwerking is een nagelriemontsteking. Uw vinger of teen is dan rood, pijnlijk en vaak ook warm en gezwollen, soms met pus gevuld.
Meld deze klacht meteen aan uw behandelend arts of oncologieverpleegkundige. Dat kan verergering voorkomen. Een verwaarloosde nagelriemontsteking kan leiden tot bloedvergiftiging.
Advies
- knip nagels niet te kort.
- knip de nagels recht af.
- vijl 1 richting op, niet heen-en-weer. De kans op scheurtjes is dan kleiner.
- gebruik een vijl of nagelschaar om gebroken of gescheurde nagels glad te krijgen. Scheur ze niet verder af.
- u kunt uw nagels gewoon lakken. Bij broze nagels kunt u een nagelversterker gebruiken.
- gebruik liever geen kunstnagels. Ze kunnen uw nagels beschadigen. Bovendien is de lijm en remover die u nodig heeft, niet goed voor uw nagels.
- smeer nagelriemen in met antiseptische crèmes.
- als u veel problemen met de nagels heeft, overleg dan met uw behandelende arts over het inschakelen van een manicure en/of pedicure
- vind in de Verwijsgids Kanker een oncologisch voetverzorger in de buurt
- vind in de Verwijsgids Kanker een oncologisch handzorgverlener in de buurt