bijwerkingen bij kanker

Patiënteninformatie over bijwerkingen van oncologische middelen met bijbehorende adviezen

Geselecteerde behandeling: chemotherapie

Inleiding

Als u hoort dat u kanker heeft, komt er veel op u en uw naasten af. Uw behandelend arts heeft met u gesproken over uw ziekte en behandeling. Tijdens uw behandeling in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) wordt u behandeld door het team van de arts en de verpleegkundig specialist. Indien u behandeld wordt op de longoncologie maakt de physician assistant ook deel uit van het team. De verpleegkundig specialist is uw vaste aanspreekpunt.

Soorten kanker

Er bestaan veel verschillende soorten kanker. De meeste soorten kanker krijgen de naam van de plek in het lichaam, waar de kanker ontstaat, bijvoorbeeld borstkanker, darmkanker of longkanker. 
Kanker kan zich verspreiden via het bloed of het lymfestelsel. Zo komt de kanker op andere plaatsen in het lichaam terecht. Dit noemen we uitzaaiingen of metastasen.

Behandelingen

Binnen het HMC behandelen we kanker met medicijnen. Het kan zijn dat u deze medicijnen krijgt via tabletten, een injectie of een infuus. Is er kans op genezing? Dan krijgt u een curatieve behandeling. Het doel van deze behandeling is gericht om u te genezen van kanker.
Kunt u niet meer genezen? Dan krijgt u een palliatieve behandeling. Deze behandeling kan de groei van de kanker remmen en kan pijn en andere ongemakken proberen te verbeteren.

Soorten behandelingen met medicijnen

Chemotherapie
Chemotherapie bestaat uit medicijnen die kankercellen doden of de groei van kankercellen remmen (Toediening: tablet of infuus).

Doelgerichte behandeling
Doelgerichte therapie (targeted therapy) valt de kankercellen heel precies aan. Deze medicijnen worden vaak 'remmers' genoemd, bijvoorbeeld HER2-remmers, VEGF-remmers of EGFR-remmers (Toediening: tablet of infuus).

Immunotherapie
Immunotherapie gebruikt het immuunsysteem om de kankercellen aan te vallen. De behandeling maakt het immuunsysteem sterker of extra actief om de kanker te bestrijden (Toediening: infuus).

Anti-hormonale therapie

Anti-hormonale therapie beperkt de aanmaak van hormonen, of verminderd de invloed van hormonen (Toediening: tablet of injectie).

Praktische informatie 

Afdeling H2groen

De behandeling met een infuus of injectie vindt plaats op de afdeling interne oncologie van het HMC, locatie Antoniushove. Meld u zich hiervoor op de afgesproken dag en tijd bij de balie. Deze bevindt zich op de tweede etage, route groen. De oncologieverpleegkundige meet uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Vervolgens plaatst de verpleegkundige een infuusnaald en start de behandeling. Tijdens de behandeling ligt u in een bed op een één- of meerpersoonskamer. Bij een dagopname mag één van uw naasten tijdens de behandeling bij u aanwezig zijn. Als u meer dan één dag in het ziekenhuis verblijft, mag één van uw naasten ook buiten bezoektijden bij u langskomen. Voor andere bezoekers gelden de normale bezoektijden.

Polikliniek

Voor de start van een (nieuwe) kuur heeft u regelmatig een afspraak op de polikliniek. De arts, verpleegkundig specialist, oncologieverpleegkundige of physician assistant controleert de bloedwaarden en klachten. Tijdens deze afspraak krijgt u indien nodig nieuwe medicijnen mee voor de volgende kuur. Voor de bloedafname is het maken van een afspraak nodig. 

In het patiënten portaal MijnHMC vindt u onder andere de voor u gemaakte afspraken, formulieren voor bloedafname en uitslagen van (bloed)onderzoek. De afspraken voor de behandelingen staan onder “opnames”. Wenst u afspraken via de post te ontvangen dan kunt u dit aangeven bij de doktersassistenten. 

Bloedafname

Afspraken voor bloedprikken maakt u via ons patiëntenportaal mijnHMC of telefoonnummer 088 979 28 54 (maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.00 uur).

Op de volgende website vindt u aanvullende informatie en locaties van bloedafname: https://www.haaglandenmc.nl/afdeling/bloedafname/

U kunt voor bloedafname terecht in HMC Antoniushove, HMC Bronovo of HMC Westeinde. Maar u kunt ook bloedprikken bij een servicepunt bij u in de buurt.

Apotheek

In de hal van locatie Antoniushove en Westeinde bevindt zich een apotheek. Beide apotheken zijn zeven dagen per week en ook in de avond geopend.

Voor herhaal recepten maakt u bij voorkeur gebruik van een e-recept, via patiëntenportaal mijnHMC. U kunt ook tijdens het consult vragen om een herhaalrecept. Let op, vraag uw recept op tijd aan. Het kan tot 3 werkdagen duren, voordat u uw recept kunt ophalen bij uw apotheek!

Eten en drinken tijdens uw behandeling
De patiënt ontvangt eten en drinken tijdens het verblijf op de afdeling. Bezoekers en begeleiders ontvangen een kortingscoupon van het ziekenhuis restaurant.

Vervoersvergoeding
Informeer bij uw zorgverzekeraar hoe u in aanmerking komt voor een (taxi) vergoeding en wat hier voor nodig is om deze aan te vragen.

Gratis parkeren
Vindt uw behandeling plaats op de afdeling interne oncologie/hematologie? Dan krijgt u een uitrijkaart voor de parkeergarage.
Heeft u een kuur die meer dagen duurt? Dan krijgt u alleen een uitrijkaart op de dag dat u weer naar huis gaat.
Vraag de uitrijkaart aan bij de aankomstbalie op de verpleegafdeling.

Informatieplein oncologie
Het Informatieplein bevindt zich in HMC locatie Antoniushove, links van de hoofdingang aan de buitenzijde. Het biedt ondersteuning en een bezoek wordt aangeraden aan iedereen die te maken krijgt met kanker. Vraag uw verpleegkundig specialist voor meer informatie of kijk op de website: https://www.haaglandenmc.nl/afdeling/kankerzorg-informatieplein-oncologie/

Algemene bijwerkingen

Een behandeling kan bijwerkingen geven. Het verschilt per persoon wat deze zijn. De mogelijke algemene bijwerkingen worden hieronder beschreven.

Vermoeidheid
U kunt last krijgen van vermoeidheid, concentratieverlies en geheugenproblemen.
Na de behandeling kunnen deze klachten nog langere tijd aanhouden.
Kijk voor meer informatie over vermoeidheid op: https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/bijwerkingen/vermoeidheid

Voeding
De behandeling of de kanker zelf kan klachten geven, waardoor eten moeilijk wordt. Bijvoorbeeld omdat u misselijk bent of omdat uw smaak verandert. De behandeling kan veel energie van uw lichaam vragen. Mogelijk verliest u gewicht of wordt u zwaarder.

We geven u enkele algemene adviezen over voeding tijdens de behandeling:

  • Eet en drink geen (sap van) grapefruit, mineola, pomelo, ugli, tangelo of sevilla;
  • Gebruik geen sint-janskruid;
  • Het advies is om geen alcohol te drinken;
  • Sommige medicijnen, kruidenproducten en vitamines hebben invloed op de werking van uw behandeling. Overleg altijd met uw arts of apotheker.

Kijk voor meer voedingsadviezen op: https://www.wkof.nl/leven-met-kanker/voedingenkankerinfo/ en https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/voeding/wat-kunt-u-doen/voeding-en-de-behandeling-van-kanker

Haaruitval
Sommige medicijnen veroorzaken volledige haaruitval. Adressen van haarwerkspecialisten in uw omgeving kunt u vinden op: https://www.verwijsgidskanker.nl/

Bij sommige chemotherapiemiddelen kan hoofhuidkoeling toegepast worden om de kans op haaruitval te verminderen. Uw arts of verpleegkundig specialist kan u vertellen of dit bij u toepasbaar is.

Tandarts
Krijgt u chemotherapie? Laat dan een tandarts uw gebit vóór de chemokuren controleren. Sommige soorten chemotherapie kunnen problemen met het gebit erger maken. Heeft u een behandeling aan uw gebit nodig? Overleg dan eerst met uw verpleegkundig specialist of behandelend arts voor dat u een ingreep van de tandarts tijdens uw anti-kanker behandeling laat uitvoeren.

Psychische en sociale gevolgen
Het kan moeilijk zijn om met kanker om te gaan. Kanker kan immers veel veranderen in uw leven, bijvoorbeeld op het werk of in relaties. Soms kunt u door lichamelijke beperkingen (tijdelijk) niet werken of dagelijkse dingen niet meer doen. De toekomst kan onzeker zijn. Vraag uw verpleegkundig specialist of behandelend arts voor een verwijzing naar een psycholoog, als u daar behoefte aan heeft.

Moeite met onthouden en concentreren
Door de behandeling kunt u last krijgen van problemen met uw geheugen en concentratie. We noemen dit een 'chemobrein'.
Kijk voor meer informatie over moeite met denken, onthouden en concentreren op: https://www.kanker.nl/cognitieve-problemen

Leefstijl

Gezonde voedings- en eetgewoonten, een gezond beweegpatroon, voldoende ontspanning en goed kunnen slapen zijn van belang voor een goede leefstijl. Een goede leefstijl kan een rol spelen in het voorkomen van (de terugkeer) van kanker. De huisarts kan u meer informatie geven over leefstijladviezen.

Op de website https://www.kanker.nl/hulp-en-ondersteuning/vind-hulp/themas/9 kunt u meer informatie vinden over leefstijl en kanker.

Invloed op seksualiteit en intimiteit
Intimiteit en seks zijn vaak niet meer hetzelfde na de diagnose en behandeling van kanker. Vraag gerust om advies aan uw verpleegkundig specialist of behandelend arts.
Kijk voor meer informatie over kanker en intimiteit op: https://www.kanker.nl/seksualiteit

Invloed op vruchtbaarheid
Voor zowel mannen als vrouwen heeft de behandeling van kanker invloed op een eventuele kinderwens en vruchtbaarheid. Tijdens de behandeling met systemische therapie is het van belang om geen zwangerschap tot stand te brengen. Kijk voor meer informatie op: https://www.kanker.nl/vruchtbaarheid of https://www.kanker.nl/gevolgen-van-kanker/vruchtbaarheid-en-kanker/algemeen/kanker-en-een-kinderwens-wat-kun-je-doen#show-menu

Kinderen
Als een ouder kanker heeft, beïnvloedt dat ook de kinderen en het gezinsleven.
Kijk voor meer informatie over kanker en uw gezin op: https://www.kanker.nl/kanker-en-je-gezin
http://www.kankerspoken.nl/ biedt hulp aan kinderen die een ouder met kanker hebben.

Lange termijn gevolgen
Kijk voor problemen en gevolgen van kanker op lange termijn op https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/gevolgen/langetermijngevolgen-van-chemotherapie

Autorijden
De medicijnen tegen kanker kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden. U mag dan meestal niet zelf naar huis rijden. Bespreek dit met uw verpleegkundig specialist of behandeld arts of kijk op: https://www.rijveiligmetmedicijnen.nl. Zorg voor vervoer op de dag van de kuur, als dat nodig is.

Nederlandse Kankerregistratie
De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) verzamelt anonieme gegevens van iedereen in Nederland die kanker heeft.
Lees meer over de NKR op: https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/cijfers-over-kanker/hoe-komen-deze-cijfers-tot-stand/registratie-van-kanker-in-nederland

Behandelschema

PCV

Deze kuur bestaat uit een cyclus van 6 weken

Medicament

Toedieningsmoment

Toedieningswijze

Lomustine

Dag 1 

Capsules, innemen in de avond rond 22.00 uur op een lege maag

Procarbazine

Dag 8 t/m 21 

Tabletten, innemen bij het ontbijt

Vincristine

Dag 8 en 29

Infuus 

Overige medicatie 

Medicament

Waarom

Wanneer

Ondansetron

Ter voorkoming van misselijkheid

Dag 1 om 20.00 uur (2uur voor inname Lomustine)

Dag 2 om 08.00 uur

Metoclopramide

Bij misselijkheid

Zo nodig, maximaal 3 keer per dag

1 tablet

Magnesiumhydroxide

Bij verstopping

Zo nodig, maximaal 3 keer per dag

2 tabletten

Let op: tablet heel doorslikken

Week 1

Dag

1

2

3

4

5

6

7

Datum

………

………

………

………

………

………

………

Lomustine (chemo-tablet)

…………… mg

Innemen rond 22.00 uur op een lege maag.   

22.00 uur

Ondansetron (tablet tegen misselijkheid)

8mg

20.00 uur

(2 uur voor lomustine)

08.00 uur

Week 2

Dag

8

9

10

11

12

13

14

Datum

………

………

………

………

………

………

………

Procarbazine (chemo-tablet)

Innemen bij het ontbijt

…………… mg

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

Vincristine (chemo-infuus)

Infuus in 30 minuten in het ziekenhuis

*

Week 3

Dag

15

16

17

18

19

20

21

Datum

………

………

………

………

………

………

………

Procarbazine (chemo-tablet)

Innemen bij het ontbijt

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

08.00 uur

Week 4

                          Dag

22

23

24

25

26

27

28

Datum

………

………

………

………

………

………

………

RUSTWEEK

Week 5

Dag

29

30

31

32

33

34

35

Datum

………

………

………

………

………

………

………

Vincristine (chemo-infuus)

Infuus in 30 minuten in het ziekenhuis

*

Week 6

Dag

36

37

38

39

40

41

42

Datum

………

………

………

………

………

………

………

RUSTWEEK

Extra info veilig omgaan met excreta

Wanneer u met een chemokuur of een ander middel wordt behandeld, verlaten de afvalstoffen uit de medicijnen uw lichaam. Dit gebeurt via excreta. Dit is een medische term voor alles wat het lichaam verlaat: plas, poep, wondvocht, bloed, traanvocht, zweet, sperma, braaksel en speeksel. Dit worden ook wel uitscheidingsproducten genoemd.

Direct (huid)contact van met name middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. En voor de gezondheid van uw naasten. Hoe lang dit schadelijk blijft, verschilt per middel.

De risico's voor u en uw omgeving zijn thuis klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico's verlagen.
Lees hier over maatregelen die u thuis kunt nemen.

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Lomustine: 4 dagen
  • Procarbazine: 2 dagen
  • Vincristine: 2 dagen

Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind

Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie, tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren kind.

Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.

Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór het starten van de behandeling.

Middelen met hun bijwerkingen

Lomustine (chemotherapie)

Procarbazine (chemotherapie)

  • Er zijn geen bijwerkingen bekend.

Vincristine (chemotherapie)

Bijwerkingen en adviezen

Dunner haar of haaruitval

Dunner wordend haar of haaruitval (ook wel alopecia genoemd) is de meest zichtbare bijwerking van chemotherapie. Hoe komt het dat haar volledig of in mindere mate uitvalt? Kankercellen hebben de eigenschap om zich snel te delen. Het doel van chemotherapie is om de snel delende cellen te vernietigen of de groei ervan te vertragen. Daarbij treft de chemotherapie ook gezonde cellen die zich snel delen, zoals de cellen die in onze haarzakjes voor de haargroei zorgen. Met als gevolg: complete haaruitval of dunner wordend haar.

Behalve hoofdhaar kunnen ook wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen uitvallen. Uw hoofdhuid kan gevoelig of pijnlijk aanvoelen. Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van medicijnen.

De haaruitval die door de behandeling veroorzaakt wordt, is meestal tijdelijk. Het haar begint binnen enkele weken tot maanden na het stoppen van de behandeling weer te groeien. Wanneer uw haar weer aangroeit, kan het anders zijn dan uw oorspronkelijke haar was, zoals: de kleur, het haar kan sluiker zijn of juist meer krullen hebben. Meestal is dit tijdelijk. In enkele uitzonderlijke gevallen is de haaruitval blijvend.

Uw arts kan u informeren over de mate van haarverlies uw behandeling mogelijk veroorzaakt. Ook kunt u informeren of hoofdhuidkoeling mogelijk is om haaruitval zoveel mogelijk te beperken.

Advies

uitvallen van veel haar tegelijk vinden de meeste mensen heel vervelend; u kunt van te voren alvast uw haar kort knippen 

  • als uw haar is uitgevallen, kunt u een pruik dragen
  • een haarwerkspecialist kan u helpen bij het kiezen van een haarstukje of pruik
  • vraag om advies voordat uw haar dunner wordt, dan is goed te zien welke coupe en kleur u gewend bent
  • uw eigen kapper en de verpleegkundigen zullen u informeren over adressen van haarwerkspecialisten
  • synthetische pruiken zijn vaak net zo mooi als pruiken van echt haar. Ze zijn bovendien lichter van gewicht, makkelijker in onderhoud en goedkoper. Laat u in ieder geval goed voorlichten.
  • (een deel van) de kosten voor een pruik of haarstukje wordt vergoed door uw ziektekostenverzekeraar. Informeer ernaar voordat u iets koopt.
  • wilt u geen pruik dragen? Een goed alternatief is een pet, sjaal of muts.
  • tegenwoordig kan tijdens de behandeling in het ziekenhuis hoofdhuidkoeling worden gegeven, om haaruitval zoveel mogelijk tegen te gaan. Informeer naar de mogelijkheden binnen uw ziekenhuis.
  • zie ook de website http://www.lookgoodfeelbetter.nl/www.geefhaareenkans.nl/ en www.hoofdhuidkoeling.nl (hoofdhuidkoeling wordt niet geadviseerd bij mensen met hematologische kanker of overgevoeligheid voor kou)

Koorts bij chemotherapie

Door de behandeling met chemotherapie kunt u koorts krijgen. Koorts is een lichaamstemperatuur boven de 38,5°C. Koorts kan ontstaan door een infectie. Door de chemotherapie bent u gevoeliger voor infecties. Dit komt doordat de chemotherapie ervoor kan zorgen dat het lichaam minder witte bloedcellen maakt. Witte bloedcellen zijn belangrijk omdat ze helpen bij het bestrijden van bacteriën en virussen. Als er te weinig nieuwe witte bloedcellen worden gemaakt, kan uw afweer verzwakken. Hierdoor heeft u meer kans op infecties. Het is dus belangrijk om te letten op klachten van een infectie die koorts kunnen veroorzaken.

De volgende klachten kunnen een teken zijn van een infectie:

  • koorts
  • koude rillingen (klappertanden en rillen)
  • zweten
  • het warm hebben
  • benauwd zijn
  • hoesten, soms met slijm
  • keelpijn
  • pijn bij het plassen, vaker plassen en/of troebele urine
  • pijn in de mond of bij het slikken
  • diarree
  • buikpijn
  • ziek voelen

Hieronder staan adviezen die u kunt volgen als u koorts heeft. Ook staan er adviezen om de kans op het krijgen van een infectie of koorts te verkleinen.

Advies

Wat u kunt doen bij koorts:

  • Heeft u een temperatuur van boven de 38,5°C? Neem dan direct contact op met uw zorgverlener.
  • Heeft uw zorgverlener gezegd dat u paracetamol mag gebruiken? Neem dan 2 tabletten van 500 mg per keer. Niet vaker dan 4 keer per 24 uur.
  • Bij koorts heeft het lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
  • Rust genoeg.

 Wat u kunt doen om de kans op koorts te verkleinen:

  • Verzorg uw mond en tanden goed. Bijvoorbeeld door regelmatig uw mond te spoelen en tanden te poetsen. Wees voorzichtig met flosdraad, ragers en tandenstokers.
  • Was uw handen regelmatig, vooral na gebruik van het toilet.
  • Kom niet in de buurt bij mensen die zich niet lekker voelen. Bijvoorbeeld mensen met koorts, verkoudheid of diarree.
  • Controleer regelmatig uw handen en voeten op ontstoken wondjes of blaren.
  • Bespreek met uw zorgverlener of u de griepvaccinatie moet halen.

Dit zijn algemene adviezen. In uw situatie kunnen andere adviezen gelden. Bespreek dit met uw zorgverlener. Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener.

Laatst gewijzigd: 17 maart 2025

Minder bloedcellen

In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.

te weinig witte bloedcellen

Witte bloedcellen zijn belangrijk in het afweersysteem van het lichaam. Ze helpen om infecties tegen te gaan. Door de behandeling heeft u tijdelijk minder witte bloedcellen. Dit heet ook wel neutropenie of in de dip-periode zitten. Wanneer de dip optreedt en hoelang deze duurt hangt af van de behandeling.

Uw zorgverlener controleert uw bloed. Als het aantal witte bloedcellen in het bloed te laag wordt, kan de arts de behandeling aanpassen. Zelf kunt u niets doen om een tekort te voorkomen.

In de dipperiode bent u het meest vatbaar voor infecties. Bij een infectie kunnen de volgende klachten voorkomen:

  • koorts (38,5 graden of meer)
  • koude rillingen en/of zweten
  • grieperig voelen
  • buikpijn
  • diarree
  • veel hoesten, soms met slijm
  • benauwd of kortademig zijn
  • pijn in de mond of keel, pijn bij het slikken
  • oorpijn
  • pijn bij het plassen, vaak (kleine beetjes) plassen, troebele of stinkende plas
  • hoofdpijn en/of een stijve nek
Advies
  • Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
    • koorts (38,5 graden of meer) heeft.
    • koude rillingen (klappertanden en rillen) heeft.
    • in de war of suf bent.
    • ergens over twijfelt of ongerust bent.
  • Was regelmatig uw handen met water en zeep.
  • Probeer wondjes te voorkomen. Trek bijvoorbeeld bij het in de tuin werken handschoenen aan. Heeft u een wondje? Controleer dan of het niet gaat ontsteken. Let op rood of warm worden, zwelling en pijn.
  • Verzorg uw mond en tanden goed. Bijvoorbeeld door regelmatig uw mond te spoelen met water.
  • Gebruik bij het tandenpoetsen een zachte (elektrische) tandenborstel. Wees voorzichtig met flosdraad, ragers en tandenstokers.
  • Zorg dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Vertel bij een bezoek aan uw tandarts of mondhygiënist altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling die u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie).
  • Let op dat u vatbaarder bent om een infectie op te lopen. Zeker tijdens de dip-periode. Blijf uit de buurt bij mensen die verkouden of ziek zijn.
  • Vermijd plekken waar veel mensen dicht bij elkaar komen. Bijvoorbeeld een concert of kroeg.
  • Bespreek met uw zorgverlener of het verstandig is om bepaalde vaccinaties te halen.
  • Dit zijn algemene adviezen. In uw situatie kunnen andere adviezen gelden. Bespreek dit met uw zorgverlener. Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener.

Laatst gewijzigd: 6 mei 2025

Schade aan zenuwen (neuropathie)

Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Dit wordt neuropathie genoemd. Als zenuwcellen beschadigen, kunt u verschillende klachten ervaren. Meestal beginnen deze klachten in uw vingertoppen en tenen. Maar ze kunnen zich ook verspreiden naar uw handen, voeten, armen en benen.

De klachten zijn meteen na de behandeling het ergst en verminderen in de weken tot maanden daarna. Het is ook mogelijk dat de klachten pas enkele dagen na de behandeling beginnen. Over het algemeen verdwijnen de klachten binnen enkele maanden. Bij sommige mensen gaan de klachten niet meer over. Welke klachten u ervaart, hangt af van welke zenuwen zijn beschadigd.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • minder gevoel of 'doof gevoel' in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • prikkelingen of tintelingen in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • een branderig gevoel in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • minder kracht in uw armen en/of benen
  • kramp in uw armen en/of benen
  • pijn in uw handen, voeten en huid bij het aanraken of bij wisselingen in temperatuur
  • verlies van fijne motoriek (bijvoorbeeld moeite met netjes schrijven of knoopjes dichtdoen)
  • minder goed kunnen horen of oorsuizen
  • problemen met uw evenwicht

Neuropathie kan uw dagelijks leven beperken. Bijvoorbeeld tijdens het sporten, wandelen, werken, slapen en bij uw hobby's of dagelijkse activiteiten. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten en problemen.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw zorgverlener om erger worden en/of schade te voorkomen. Uw zorgverlener kan samen met u bekijken wat er mogelijk is in uw situatie. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen. Ook kan u worden doorverwezen en/of kan de behandeling worden aangepast.
  • Vermijd dingen die pijn doen, zoals hitte of kou.
  • Draag geen strakke kleren en/of schoenen.
  • Rook niet en drink geen alcohol.
  • Zorg dat u voldoende beweging krijgt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen, blijkt een goed effect te hebben op neuropathie. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij ondersteunen. Vind er hier een bij u in de buurt.
  • Controleer regelmatig uw handen en voeten op wondjes of blaren, omdat u deze mogelijk niet voelt.

 Meer informatie over neuropathie kunt u hier vinden.

Laatst gewijzigd: 6 mei 2024