Exemestaan

Geselecteerde behandeling: hormonale therapie
Algemene informatie
Samen met uw arts heeft u besloten dat u een behandeling krijgt tegen kanker. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie, doelgerichte therapie, immunotherapie en anti-hormonale therapie of een combinatie daarvan. Graag bieden wij u deze informatie aan, over hoe uw behandeling eruit ziet en over de gang van zaken tijdens uw behandeling. Ook vindt u hier contactgegevens van uw hulpverleners in het Elkerliek. Verderop vindt u een overzicht van mogelijke bijwerkingen van de behandeling die u krijgt. Hierbij staan ook adviezen hoe u daarmee om kunt gaan.
MOGELIJKE BEHANDELINGEN
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Kankercellen zijn over het algemeen snel delende cellen. Chemotherapie remt de groei van deze snel delende kankercellen, maar tegelijkertijd ook de groei van gezonde snel delende cellen. Er zijn verschillende soorten cytostatica. Afhankelijk van de soort kanker kunnen één of meerdere van deze middelen voor een behandeling worden gebruikt. Om zoveel mogelijk kankercellen te bereiken, bestaat chemotherapie meestal uit een aantal behandelingen met daarna steeds een rustperiode waarin het lichaam zich weer kan herstellen. Meer weten over chemotherapie? Lees dan hier verder.
Doelgerichte therapie
Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeert. Deze therapie gaat de werking tegen van specifieke eiwitten die kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving. Hierdoor sterft de kankercel af of deelt zich niet meer. Doelgerichte therapie brengt meestal minder schade toe aan gezonde cellen dan bijvoorbeeld chemotherapie en geeft meestal minder bijwerkingen. Om in aanmerking te komen voor doelgerichte therapie moet de tumor bepaalde kenmerken hebben. Het kan zijn dat er eerst onderzoek moet plaatsvinden om te weten of een noodzakelijk kenmerk op de tumorcel aanwezig is. Meer weten over doelgerichte therapie? Lees dan hier verder.
Immunotherapie
Immunotherapie is een behandeling die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleert. Deze behandeling versterkt of verandert uw eigen afweersysteem zodat het de kankercellen beter kan doden. De behandeling werkt niet direct in op de tumor, zoals bij chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem zelf. Dit is uniek aan immunotherapie. Immunotherapie kan kankercellen zichtbaar maken voor het eigen afweersysteem of de therapie versterkt of verandert de activiteit van het eigen afweersysteem. Meer weten over immunotherapie? Lees dan hier verder.
Anti-hormonale therapie
Anti-hormonale therapie is een behandeling met medicijnen die invloed hebben op de hormoonhuishouding in het lichaam. Sommige organen hebben hormonen nodig voor hun groei en ontwikkeling. Voorbeelden zijn borstklier, schildklier, prostaat en slijmvlies van de baarmoeder. Als in deze organen kanker ontstaat, is die vaak (voor een deel) afhankelijk van de aanwezigheid van hormonen. Zolang deze hormonen aanwezig zijn kan de tumor groeien. Zonder deze hormonen kan de groei van de tumor stoppen, kleiner worden of zelfs (tijdelijk) verdwijnen. Meer weten over anti-hormonale therapie? Lees dan hier verder.
De behandeling met een van bovenstaande therapieën kan bijwerkingen geven. Het is belangrijk dat u de bijwerkingen bespreekt met uw hulpverlener(s). Zij denken met u mee in mogelijke oplossingen om de bijwerking(en) te voorkomen of te verminderen.
CONTACT MET UW HULPVERLENER
Soms is direct contact met uw hulpverlener noodzakelijk. Soms ook kan een vraag of klacht beter op een ander moment besproken worden of vindt u het antwoord in de BeterDichtbij app.
Direct contact
Neem bij een of meer van onderstaande klachten direct contact op met de polikliniek (op werkdagen) of de Spoedeisende hulp (buiten kantooruren):
- Koorts van 38,5 °C en hoger of bij koude rillingen.
- Bloedverlies
- via urine
- via ontlasting. Let op: wanneer u al regelmatig bloedverlies via de ontlasting (t.g.v. uw ziekte) heeft, dan graag contact opnemen wanneer dit meer is dan u gewend bent.
- bij hoesten
- via de neus (langer dan 20 minuten).
- Spontane blauwe plekken.
- Toenemende kortademigheid.
- Toenemende pijnklachten.
- Misselijkheid/ braken langer dan 24 uur.
- Minder dan 1 liter vocht inname per 24 uur gedurende 2 dagen.
- Waterdunne diarree, vaker dan 4-6 keer per dag langer dan 24 uur.
Het kan gebeuren dat u in een levensbedreigende situatie terechtkomt. Handel dan direct en bel 112.
Contact op de eerstvolgende werkdag
Bij een of meer van onderstaande klachten graag op de eerstvolgende werkdag contact opnemen met de polikliniek tijdens het telefonisch verpleegkundig spreekuur:
- Verstopping (obstipatie) langer dan 3 dagen.
- Pijnlijk, branderig gevoel bij urineren.
- Beschadigd/ pijnlijk mondslijmvlies.
- Plotseling huiduitslag en/of jeuk.
- Klachten waarvan u vindt dat deze onacceptabel zijn.
- Vragen of twijfels over uw behandeling.
Afhankelijk van de bevindingen van uw klacht zal in overleg met uw hulpverlener een passend beleid met u worden afgesproken. Het kan zijn dat u wordt doorverwezen naar uw huisarts of naar de spoedeisende hulp.
Belangrijke telefoonnummers
Afdeling | Openingstijden | Telefoonnummer |
Polikliniek |
Werkdagen 8.00-12.00 en 13.00-16.30 uur |
0492 – 59 59 47 |
Telefonisch verpleegkundig spreekuur | Werkdagen 9.00-10.00 en 13.30-14.30 uur | 0492 – 59 59 35 |
Spoedeisende hulp (SEH) Geef bij contact met de SEH altijd aan dat u behandeld wordt met chemo-, doelgerichte-, immuno- of anti-hormonale therapie. |
’s Avonds, ’s nachts en in het weekend | 0492 – 59 55 71 |
Wie waarvoor
Polikliniek | Telefonisch verpleegkundig spreekuur | BeterDichtbij app |
|
|
Antwoordtijd algemene vraag: 1 dag Antwoordtijd medische vraag: 3 dagen |
GANG VAN ZAKEN RONDOM UW BEHANDELING
- Op de polikliniek in het Elkerliek vindt de controle plaats bij de arts of verpleegkundig specialist. Deze bespreekt met u de bloeduitslagen, eventuele bijzonderheden, vraagt als het nodig is vervolgonderzoeken aan en schrijft (herhaal)recepten uit. Ook hoort u dan of de kuur door kan gaan. Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op de polikliniek Hemato-oncologie, afdeling 4a. Soms kan dit gesprek ook in de vorm van een telefonisch consult.
- Tip: schrijf uw vragen of wat u wilt bespreken thuis al op een briefje en breng dit meer naar de afspraak. Geef tijdens de afspraak ook door of u een herhaalrecept nodig heeft.
- Voor de behandeling meldt u zich op de geplande dag en tijd op de dagbehandeling Hemato-oncologie, afdeling 4a. Het is goed om van tevoren wat gegeten te hebben. De oncologieverpleegkundige begeleidt u tijdens de behandeling. U kunt dan ook met de verpleegkundige eventuele vragen/problemen bespreken of om advies te vragen. Tijdens de behandeling dient u op de behandelkamer te blijven. Gedurende het eerste uur van de eerste behandeling mag uw begeleider/mantelzorger bij u blijven. Tijdens de behandeling krijgt u de vervolgafspraken mee. Na afloop van de behandeling mag u naar huis. Omdat niet bekend is hoe u op de behandeling gaat reageren, raden we aan dat iemand u ophaalt.
- Voorafgaand aan de controle afspraak dient u bloed te laten prikken. Dit kan op de middag voorafgaand aan de afspraak. Maak hiervoor altijd online een afspraak op https://www.elkerliek.nl/bloedafname.
- Bestaat uw behandelschema uit meerdere dagen, dan kan het voorkomen dat u ook tussendoor bloed dient te laten prikken. Mochten hier bijzonderheden uit voortkomen, dan nemen we hierover telefonisch contact met u op. Als er geen bijzonderheden zijn dan wordt u niet gebeld en gewoon verwacht voor de behandeling zoals gepland. Heeft u klachten op de dag voor of van de behandeling meld dit dan tussen 9.00-10.00 uur tijdens het telefonisch verpleegkundig spreekuur.
- Alle medicatie die bij uw behandeling hoort, wordt verstrekt door de poliklinische ziekenhuisapotheek op de begane grond van het Elkerliek. Voor de eerste behandeling dient u ondersteunende medicatie daar zelf op te halen. Ook vindt er dan een medicatie intake gesprek plaats. De ondersteunende medicatie voor de vervolgbehandeling krijgt u tijdens uw behandeling op de dagbehandeling van de apothekersassistente.
Behandelschema
Deze behandeling bestaat uit één medicijn.
Behandelschema | ||
Medicatie |
Dagelijks (continu) |
Wijze van toediening |
Exemestaan |
X |
Tablet, dosering volgens voorschrift, 1x daags op vast tijdstip |
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Exemestaan: geen risico
Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen
risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie,
tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren
kind.
Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.
Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u
maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór
het starten van de behandeling.
Middelen met hun bijwerkingen
Exemestaan (hormonale therapie)
Bijwerkingen en adviezen
Duizelig zijn
Door de behandeling kunt u zich duizelig voelen. Bijvoorbeeld als u snel op staat van een stoel. Meestal voelt u zich een paar seconden duizelig.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- onstabiel of wankel lopen
- licht gevoel in het hoofd
- wazig zien of sterretjes zien
- draaierig voelen
- misselijk zijn
Advies
- Neem contact op met uw zorgverlener als u:
- zich duizelig blijft voelen en dit niet verdwijnt.
- flauwvalt.
- hartkloppingen of een onregelmatige hartslag heeft.
- problemen met praten, slikken of lopen heeft.
- minder kracht in uw armen of benen heeft.
- Sta langzaam op. Neem de tijd om van houding te veranderen. Bijvoorbeeld als u opstaat of uit bed komt.
- Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
Laatst gewijzigd: 6 mei 2025
Maag-darmklachten
Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.
misselijk zijn en overgeven
Door de behandeling kunt u misselijk worden en overgeven. Het hangt af van de kankersoort en behandeling hoeveel last u hiervan heeft.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- kokhalzen en overgeven
- minder zin in eten
- maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn in de maag
- buikpijn of buikkrampen
- opgezette buik
Misselijk zijn en overgeven zijn vervelende bijwerkingen en kunnen u beperken in uw dagelijks leven. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Het is belangrijk dat u uw medicijnen altijd inneemt zoals u met uw zorgverlener hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om uw medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.
- Door het overgeven verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
- Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
- Forceer het eten niet. Eet op momenten wanneer u minder misselijk bent en pauzeer bij hevige misselijkheid.
- Eet geen vet, gefrituurd, zoet, zuur of scherp gekruid eten.
- Vermijd sterke geuren tijdens het eten. Als de geur van eten u stoort, vraag anderen om het eten klaar te maken.
- Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
- Maak het eten zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals buiten wandelen of yoga, kan ervoor zorgen dat u minder last heeft van misselijk zijn en overgeven.
- Doe ontspanningsoefeningen. Massages, luisteren naar muziek en mediteren kunnen helpen tegen misselijk zijn.
- Wilt u acupunctuur of acupressuur proberen? Bespreek dit dan eerst met uw arts.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- langer dan 24 uur moet overgeven.
- niet voldoende kunt drinken (minder dan 1,5 liter per dag) en/of als u last heeft van uitdroging. Dit is bijvoorbeeld te merken aan een droge mond en droge huid. En aan weinig of niet kunnen plassen en donkerbruine plas.
Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld extra medicijnen krijgen tegen het misselijk zijn.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u last heeft van misselijk zijn en overgeven. Vind hier een dietist bij u in de buurt die u kan helpen met deze klachten.
Laatst gewijzigd op 15 april 2025
buikpijn
Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn.
Minder bloedcellen
In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.
te weinig witte bloedcellen
Witte bloedcellen zijn belangrijk in het afweersysteem van het lichaam. Ze helpen om infecties tegen te gaan. Door de behandeling heeft u tijdelijk minder witte bloedcellen. Dit heet de heet ook wel neutropenie of in de dip-periode zitten. Wanneer de dip optreedt en hoelang deze duurt hangt af van de behandeling.
Uw zorgverlener controleert uw bloed. Als het aantal witte bloedcellen in het bloed te laag wordt, kan de arts de behandeling aanpassen. Zelf kunt u niets doen om een tekort te voorkomen.
In de dipperiode bent u het meest vatbaar voor infecties. Bij een infectie kunnen de volgende klachten voorkomen:
- koorts (38,5 graden of meer)
- koude rillingen en/of zweten
- grieperig voelen
- buikpijn
- diarree
- veel hoesten, soms met slijm
- benauwd of kortademig zijn
- pijn in de mond of keel, pijn bij het slikken
- oorpijn
- pijn bij het plassen, vaak (kleine beetjes) plassen, troebele of stinkende plas
- hoofdpijn en/of een stijve nek
Advies
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- koorts (38,5 graden of meer) heeft.
- koude rillingen (klappertanden en rillen) heeft.
- in de war of suf bent.
- ergens over twijfelt of ongerust bent.
- Was regelmatig uw handen met water en zeep.
- Probeer wondjes te voorkomen. Trek bijvoorbeeld bij het in de tuin werken handschoenen aan. Heeft u een wondje? Controleer dan of het niet gaat ontsteken. Let op rood of warm worden, zwelling en pijn.
- Verzorg uw mond en tanden goed. Bijvoorbeeld door regelmatig uw mond te spoelen met water.
- Gebruik bij het tandenpoetsen een zachte (elektrische) tandenborstel. Wees voorzichtig met flosdraad, raggers en tandenstokers.
- Zorg dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Vertel bij een bezoek aan uw tandarts of mondhygiënist altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling die u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie).
- Let op dat u vatbaarder bent om een infectie op te lopen. Zeker tijdens de dip-periode. Blijf uit de buurt bij mensen die verkouden of ziek zijn.
- Vermijd plekken waar veel mensen dicht bij elkaar komen. Bijvoorbeeld een concert of kroeg.
- Bespreek met uw zorgverlener of het verstandig is om bepaalde vaccinaties te halen.
- Dit zijn algemene adviezen. In uw situatie kunnen andere adviezen gelden. Bespreek dit met uw zorgverlener. Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 6 mei 2025
Moe zijn
Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.
De volgende klachten kunnen optreden:
- Weinig/geen energie hebben
- Nergens zin in hebben
- Prikkelbaar zijn
- Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
- Last van stemmingswisselingen
- Als u beweegt, bent u snel moe
- Geheugen- en concentratieproblemen
- Minder belangstelling hebben voor de omgeving
Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
- Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
- Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
- Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
- Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden.
- De app “Untire Now” is een app die u helpt tegen moe zijn bij kanker. In deze app krijgt u handige tips en adviezen die u kunnen helpen bij het omgaan met moe zijn.
- Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.
Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.
Voor het laatst gewijzigd: 10 februari 2025
Pijn in spieren of gewrichten
Door de behandeling kunt u pijn krijgen in de spieren, gewrichten of botten. Klachten hierbij kunnen zijn:
- spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen etc)
- gewrichtspijn
- te hoge spierspanning (spierspasmen)
- pijn in de botten (botpijn)
Advies
- u kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruiken tegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 maal daags tot een dagmaximum van 3000 mg)
- nemen de klachten in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.
Slecht slapen
Door de behandeling kunt u slechter slapen. Dit kan bijvoorbeeld komen door bijwerkingen. Maar ook door stress, angst of zorgen.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- moeilijk in slaap vallen
- vaak tussendoor wakker worden
- korter slapen dan u gewend bent
- u kunt minder goed dingen doen overdag
Advies
- Probeer op ongeveer dezelfde tijden naar bed te gaan en op te staan.
- Kijk vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv, computer of telefoon.
- Zorg dat u voldoende beweegt overdag. Denk hierbij aan wandelen of yoga. Beweeg niet actief in de uren voordat u naar bed gaat.
- Eet minimaal 2 uur voordat u gaat slapen geen grote maaltijd meer. Iets kleins eten kan wel, bijvoorbeeld wat kwark of fruit.
- Drink in de 6 uur voordat u gaat slapen geen koffie, cola of energiedrank. Of andere drankjes waar cafeïne in zit. Drink geen alcohol om in slaap te vallen.
- Zorg voor ontspanning voordat u naar bed gaat. Denk hierbij aan luisteren naar rustige muziek of een boek lezen.
- Als u denkt over bijvoorbeeld acupunctuur, bespreek dit dan eerst met uw zorgverlener.
- Heeft het slecht slapen veel invloed op hoe het met u gaat? Bespreek dit dan met uw zorgverlener. Deze kan dan samen met u kijken wat mogelijk is.
- Meer adviezen om beter te slapen kunt u hier vinden.
Voor het laatst gewijzigd: 15 april 2025
Veel zweten
Door de behandeling kunt u veel gaan zweten. In uw huid zitten zweetkliertjes. Daar komt vocht uit: zweet. Dat vocht op uw huid verdampt. Het verdampen neemt warmte mee. Zo raakt uw lichaam de extra warmte kwijt. En blijft uw lichaam op een normale temperatuur. Veel zweten kan overdag en in de nacht voorkomen.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- ineens warm krijgen (of blozen)
- rillingen of trillen
- roze, rode of geïrriteerde huid
- hartkloppingen
- nare luchtjes
Advies
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- veel zweet en ook koorts heeft (38,5 graden of meer)
- veel minder plast dan u gewend bent. Of als uw plas donkerbruin is.
- last krijgt van een snelle hartslag of hartkloppingen
- Bij veel zweten heeft het lichaam extra vocht nodig. Door zweten verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, sap of limonade.
- Vermijd scherp gekruid eten of hete dranken. Ook alcohol of roken kunnen ervoor zorgen dat u meer gaat zweten.
- Houd uzelf koel. Draag kleding in laagjes. Dan kunt u iets uittrekken als u het warm krijgt. Of draag luchtige, wijde kleding. Kies voor katoen of linnen. Zorg ook voor een koele (slaap-)kamer.
- Zweet heeft geen geur. Het gaat pas ruiken door bacteriën op de huid. Zorg daarom voor een goede persoonlijke verzorging. Douche of was uzelf elke dag. Verwissel natte kleding en beddengoed.
- Voorkom dat de huid geïrriteerd raakt. Houd de huid droog. Gebruik geen extra parfum of deodorant.
- Door stress en emoties kunt u soms ook zweten. Zorg voor ontspanning zoals meditatie of yoga. Als u denkt over bijvoorbeeld acupunctuur, bespreek dit dan eerst met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
Hoofdpijn
Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.
Advies
Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
- vermijd een prikkelende omgeving, zorg voor een rustige ruimte, eventueel verduisterd
- probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten
- overleg met uw behandelend arts over het gebruik van pijnstillers
Opvliegers
Door de behandeling kunt u last krijgen van opvliegers. Opvliegers zijn korte, plotselinge warmteaanvallen. Ook kunt u gaan zweten en wordt u rood in het gezicht (blozen), nek en hals.
Tijdens de opvlieger stijgt de temperatuur van de huid. Meestal duurt een opvlieger een paar minuten.
Advies
- sommige mensen krijgen minder opvliegers als ze stress, cafeïne, alcohol en gekruid eten vermijden
- draag meerdere lagen kleding, zodat u wat uit kunt doen tijdens een opvlieger
- iets kouds drinken aan het begin van een opvlieger kan verlichting geven
Psychische klachten
De diagnose kanker roept bij de meeste mensen angst en onzekerheid op. Sommige medicijnen kunnen ook psychische reacties geven. Klachten die hiermee gepaard gaan zijn:
- verwardheid
- angst
- onrust
- depressieve gevoelens
- stemmingswisselingen
-
snel geïrriteerd zijn
Advies
Bespreek uw klachten met uw behandelend arts. Deze kan u verwijzen naar een psycholoog, psychotherapeut of psychiater. Kijk voor psychische zorg bij u in de buurt.
Stijf zijn
Door de behandeling kunt u stijf in de gewrichten en/of spieren worden.
Advies
- probeer zoveel mogelijk lichamelijk actief te blijven door bijvoorbeeld te wandelen of te fietsen.