Tamoxifen

Geselecteerde behandeling: hormonale therapie
Inleiding
U bent doorverwezen naar de Dagbehandeling Oncologie voor een behandeling. Tijdens het voorlichtingsgesprek hebben wij u geïnformeerd over de zaken die gaan komen. U heeft folders meegekregen over onder meer uw ziekte, de behandeling en eventuele bijwerkingen. De informatie op deze pagina’s gaat over de specifieke behandeling die u gaat krijgen. U wordt onder meer geïnformeerd over:
- De bereikbaarheid van de dagbehandeling Oncologie, de verpleegkundig specialist en de verschillende poliklinieken
- De medicijnen die u gaat krijgen.
- De (mogelijke) bijwerkingen die u kunt verwachten.
- Adviezen om met deze (mogelijke) bijwerkingen om te gaan.
- Redenen om contact op te nemen met het ziekenhuis.
De informatie is niet alleen van belang voor uzelf maar ook voor bijvoorbeeld uw huisarts of andere hulpverleners waarmee u in contact komt.
Algemene informatie
Algemeen.
U gaat binnenkort starten met een hormonale behandeling. Hiervoor ben u doorverwezen naar de internist. Misschien was u al onder behandeling in verband met bijvoorbeeld chemotherapie. Hormonale behandeling is een van de mogelijkheden om borstkanker te behandelen. Het kan hierbij gaan om een behandeling die gegeven wordt als aanvulling op een borstoperatie; in andere gevallen wordt hormonale gegeven ter behandeling van borstkanker die al is uitgezaaid. Er zijn verschillende vormen van hormonale behandeling. De arts zal u informeren voor welke vorm u in aanmerking komt. De behandeling bestaat veelal uit het innemen van een enkel tablet eenmaal daags. Niettemin kent hormonale behandeling ook een aantal bijwerkingen.
Hierna wordt een aantal onderwerpen beschreven die te maken hebben met de hormonale behandeling. Hiermee willen we u maximaal informeren over de plaats van de behandeling die u krijgt en van eventuele bijwerkingen die u hierbij kunt verwachten. Daarnaast wordt een aantal personen genoemd bij wie u terecht kunt voor meer informatie.
De polikliniek interne geneeskunde.
In het St. Jans Gasthuis wordt hormonale behandeling bij borstkanker gegeven door twee internisten te weten N. Peters en M.Zijlstra. Zij verrichten ook de controles tijdens de behandeling. U kunt een afspraak maken via de secretaresse op de polikliniek interne ziekten.
Verpleegkundig specialist oncologie.
Op de poliklinieken interne ziekten en longziekten is een verpleegkundig specialist werkzaam. De verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die gespecialiseerd is op gebied van behandelingen van kwaadaardige aandoeningen. Hij verricht naast verpleegkundige ook een aantal medische handelingen. De verpleegkundig specialist heeft enkele malen per week spreekuur.
De mammacare verpleegkundigen.
De mammacareverpleegkundigen zijn werkzaam op de Mammapoli. Deze is verbonden aan de polikliniek van de chirurgen. De werkzaamheden van de mammacareverpleegkundigen vinden vooral plaats in de periode van diagnostiek en chirurgische behandeling van borstkanker. Ook hebben zij een belangrijke rol bij de controles na de periode van de operatie. De mammacareverpleegkundigen hebben ook een telefonisch spreekuur.
Bereikbaarheid.
Internisten:
Polikliniek interne geneeskunde: 0495-572626.
Verpleegkundig specialist oncologie: 0495-572080
Te gebruiken websites
https://borstkanker.nl/
Extra ondersteuning
Het kan voorkomen dat het uzelf niet lukt om met bepaalde problemen/moeilijkheden om te gaan. Dit ondanks de steun van uw partner, kinderen of vrienden en bekenden. Het is mogelijk om in deze situatie extra ondersteuning te krijgen van een deskundige. Deze extra ondersteuning kan zowel binnen als buiten het ziekenhuis gegeven worden door gespecialiseerde hulpverleners zoals een maatschappelijk werkende, pastoraal werkende/geestelijke verzorger of psycholoog. Daarnaast zijn er in de provincie Limburg verschillende inloophuizen zoals het Toon Hermanshuis. De arts, verpleegkundige of verpleegkundig specialist kan u informeren of adviseren over extra ondersteuning of begeleiding.
Problemen met voeding
Indien u (ernstige) problemen heeft met uw voeding kan advies en begeleiding gevraagd worden van de diëtiste van het ziekenhuis. Samen met u zal zij kijken naar de mogelijkheden die er zijn u te helpen om beter te kunnen eten en drinken. Meld aan de arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige wanneer u problemen hebt met eten of drinken. De arts zal u indien nodig naar een diëtiste verwijzen. Mogelijk bezoekt u de diëtiste tijdens haar spreekuur. Het kan ook zijn dat zij telefonisch contact opneemt met u om op die manier adviezen te geven.
Behandelschema
Hormonale therapie bij borstkanker
Operatie, bestraling en chemotherapie zijn de meest bekende behandelmethoden bij kanker. Bij bepaalde soorten kanker wordt soms hormonale behandeling gegeven. Behandeling met hormoonblokkerende medicijnen kan onder andere toegepast worden bij borstkanker, prostaatkanker, baarmoederkanker en carcinoïd, een bijzondere vorm van kanker in de buik of borst. Deze tumoren groeien onder invloed van hormonen.
Wat zijn hormonen?
Verschillende klieren en weefsels (zoals: schildklier, zaadballen, eierstokken, bijnieren en vetweefsel) maken hormonen aan. Via het bloed worden de hormonen naar bepaalde organen en weefsels in het lichaam vervoerd. De verschillende hormonen hebben ieder hun eigen uitwerking op één of meer organen en weefsels. Sommige hormonen zorgen ervoor dat bepaalde organen of weefsels groeien. Andere zijn nodig om bepaalde organen goed te laten werken. Weer andere hormonen zijn onmisbaar voor een goede werking van bijvoorbeeld de stofwisseling of de menstruatiecyclus.
De geslachtshormonen vormen een belangrijke groep hormonen die door het lichaam worden aangemaakt.
De werking van hormonen bij borstkanker
De cellen in de borsten hebben geslachtshormonen (oestrogenen en progesteron) nodig voor de ontwikkeling en het functioneren van de borsten. Indien er kankercellen aanwezig zijn in de borsten kunnen geslachtshormonen er voor zorgen dat deze kunnen groeien en zich verder ontwikkelen. Zolang geslachtshormonen aanwezig zijn, kan een tumor die gevoelig is voor hormonen, in de borst blijven groeien. Zonder deze hormonen kan de groei van de tumor stoppen, kan de tumor kleiner worden of kan de tumor zelfs (tijdelijk) verdwijnen. Een hormonale behandeling wordt gegeven om de kans zo klein mogelijk te maken dat nog eventueel aanwezige tumorcellen in de toekomst gaan uitgroeien tot een gezwel.
Hormonale behandeling bij borstkanker richt zich op het afremmen of blokkeren van geslachtshormonen waardoor de ziekte kan worden bestreden of terugkeer van de ziekte kan worden voorkomen.
Hormoongevoeligheid
Of iemand in aanmerking komt voor hormonale behandeling hangt onder meer af van de aanwezigheid van zogeheten 'hormoonreceptoren'. De hormoonreceptoren bevinden zich aan de buitenzijde van de kankercellen en vangen vrouwelijke geslachtshormonen op. Er wordt in dat geval gesproken van een hormoongevoelige tumor. Als de hormoonreceptoren een binding aangaan met vrouwelijke geslachtshormonen, worden in de cel verschillende signalen afgegeven, bijvoorbeeld een signaal tot celdeling. Met andere woorden: een hormoongevoelige tumor wordt door vrouwelijke geslachtshormonen gestimuleerd om zich te delen.
In het borstweefsel kunnen verschillende hormoonreceptoren worden aangetoond, zoals de 'oestrogeenreceptor (ER)' en de 'progesteronreceptor (PR)'. Als de borstkankercellen receptoren hebben voor oestrogenen en/of progestagenen, spreekt men van 'receptor positieve borstkanker'. Bij afwezigheid van deze receptoren spreekt men van 'receptor negatieve borstkanker'.
De aanwezigheid van hormoonreceptoren in borstkankercellen voorspelt de kans dat iemand gunstig op de hormonale therapie reageert.
Wanneer hormonale therapie bij borstkanker?
Hormonale therapie kan worden toegepast als een aanvullende behandeling. Vaak worden verschillende behandelingen in combinatie met elkaar gegeven in de hoop alle aanwezige kankercellen te doden, zodat later geen uitzaaiingen ontstaan. Bijvoorbeeld hormonale therapie aanvullend op een operatie, bestraling en/of chemotherapie.
Daarnaast kan een behandeling met hormonen overwogen worden bij patiënten met uitgezaaide borstkanker. Hierbij wordt met hormonale therapie geprobeerd de tumor of de uitzaaiingen te verkleinen of te laten verdwijnen om zodoende de levensduur te verlengen en eventuele klachten te verminderen.
In een enkel geval wordt besloten tot behandeling met alleen hormonale therapie zonder operatie, chemotherapie of bestraling. Dit is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de leeftijd en de gezondheidstoestand van de patiënt.
Er zijn verschillende manieren waarop hormonale behandeling bij borstkanker kan worden toegepast.
- 1. Bij een hormoongevoelige tumor proberen de hormoonreceptoren een verbinding aan te gaan met oestrogenen. Deze binding kan geblokkeerd worden door het medicijn Tamoxifen. Dit middel blokkeert de receptoren; hormonen kunnen daardoor geen binding aangaan met de kankercel waardoor deze niet gestimuleerd worden om te groeien of zich te vermeerderen. Tamoxifen behoort tot de groep van antioestrogenen. Een ander middel uit deze groep is bijv. Faslodex.
- 2. Voor het aanmaken van het oestrogenen is de stof aromatase nodig. Een aromataseremmer is een stof die de werking van aromatase afremt waardoor geen oestrogenen gevormd kunnen worden. Daarmee wordt voorkomen dat er nog oestrogenen worden geproduceerd. Voorbeelden van aromataseremmers zijn Anastrozole, Letrozole en Exemestane.
- 3. Het grootste deel van de vrouwelijke geslachtshormonen wordt geproduceerd in de eierstokken. Deze organen worden hiertoe gestimuleerd door weer andere hormonen die vanuit de hersenen komen. Door in de hersenen de productie van deze stimulerende hormonen te blokkeren zullen in de eierstokken uiteindelijk minder vrouwelijke geslachtshormonen worden geproduceerd. De medicamenten die hiervoor gebruikt worden zijn de zogeheten LHRH-analogen. Voorbeelden zijn Gosereline, Busereline, en Leuproreline.
- 4. Progesteron is een vrouwelijk geslachtshormoon dat ook buiten de zwangerschap voorkomt in het lichaam. Het heeft -net als oestrogenen- een stimulerende werking op hormoongevoelige borstkankercellen. Een progestativum is een stof die lijkt op het Progesteron. Bij toediening van hoge doses hiervan kan remming van tumorgroei optreden. Dit effect komt voor een deel tot stand via een directe beïnvloeding van de progesteronreceptor. Voorbeelden van progestativa zijn Megestrol acetaat en Medoxyprogesteron acetaat
- 5. Een ovariectomie ofwel het operatief verwijderen van de beide eierstokken. Door het verwijderen van de eierstokken wordt het overgrote gedeelte van de productie van vrouwelijke geslachtshormonen gestopt.
Niet iedere hormoonbehandeling is voor elke vrouw geschikt en hangt af van een aantal factoren:
- Hormoongevoeligheid van de tumor (zie alinea ‘hormoongevoeligheid')
- Leeftijd en conditie van de patiënt
- Het gegeven of hormonale behandeling gegeven wordt voor of na de overgang.
- Groeisnelheid van de tumor
- Aanwezigheid van uitzaaiingen
De overgang
De overgang is de periode waarin de vrouw overgaat van de vruchtbare naar de onvruchtbare periode. De overgang wordt ook wel de menopauze genoemd. De periode voor de overgang is de "premenopauzale periode" en de periode daarna de "postmenopauzale periode". Vóór de menopauze produceren de eierstokken vrouwelijke geslachtshormonen. In deze periode kan het zinvol zijn om de productie van vrouwelijke hormonen in de eierstokken stil te leggen of de werking van de hormonen te blokkeren. Na de menopauze produceren de eierstokken geen hormonen meer. Het wegnemen of stilleggen van de productie van de geslachtshormonen in de eierstokken heeft dan niet veel zin meer.
Behalve in de eierstokken worden vrouwelijke hormonen in kleine hoeveelheden elders in het lichaam geproduceerd, namelijk in het vetweefsel en in de bijnieren. Deze productie gaat door na de menopauze. Om de hormoonproductie in deze delen van het lichaam tegen te gaan zijn medicijnen nodig die zich specifiek richten op die delen van het lichaam. Omdat de hormonale behandeling verschillende aangrijpingspunten kan hebben is er een verschil tussen de hormonale behandeling bij vrouwen in de premenopauzale en vrouwen in de postmenopauzale periode
Vruchtbaarheid en zwangerschap
Als de hormonale therapie niet leidt tot een blijvende uitval van de eierstokfunctie, kan de vruchtbaarheid behouden blijven en een zwangerschap mogelijk zijn.
De kans op onvruchtbaarheid ten gevolge van hormonale therapie is afhankelijk van meerdere factoren, zoals leeftijd, soort behandeling en eventuele voorgaande behandelingen (u kunt uw behandelende arts benaderen wanneer u hier vragen over heeft). Jonge vrouwen kunnen tijdens de hormonale therapie tijdelijk onvruchtbaar zijn, maar wanneer deze therapie is afgerond, kan de menstruatiecyclus zich weer volledig herstellen. Vrouwen die een leeftijd hebben die dicht bij de "normale" overgangsleeftijd ligt - 45-55 jaar- hebben meer kans dat door de hormonale therapie de (definitieve) overgang eerder inzet, waardoor de eierstokfunctie verloren gaat.
Bij de meeste hormonale therapieën wordt de functie van de eierstokken niet in één keer stop gezet. Een zwangerschap gedurende de hormonale therapie wordt afgeraden vanwege de mogelijke effecten van de medicijnen op de vrucht. Een goede anticonceptie (niet de pil) gedurende hormonale therapie wordt daarom aangeraden. Samen met uw behandelende arts kunt u nagaan welk anticonceptiemiddel u het best kunt gebruiken.
SPECIFIEKE INFORMATIE: BEHANDELING MET TAMOXIFEN
Samen met uw arts heeft u besloten dat u wordt behandeld met Tamoxifen. Tamoxifen remt de werking van oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormoon). Het blokkeert de hormoonreceptoren ('de ontvangers') van oestrogeen in de kankercel. Hierdoor worden de borstkankercellen niet gestimuleerd en kunnen dus niet groeien of vermeerderen.
Naast de kankercellen in de borst bereikt de Tamoxifen ook eventuele kankercellen die in het bloed en/of de lymfbanen terecht zijn gekomen (om zich elders in het lichaam te nestelen).
Belangrijke punten tijdens de behandeling:
- Neem de tabletten, volgens voorschrift, op een vast tijdstip in.
Wanneer u bloedverdunners gebruikt, kunnen deze als gevolg van de hormonale behandeling anders werken. Geef aan de medewerkers van de trombosedienst door, dat u hormonale behandeling krijgt.
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Tamoxifen: geen risico
Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen
risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie,
tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren
kind.
Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.
Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u
maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór
het starten van de behandeling.
Middelen met hun bijwerkingen
Tamoxifen (hormonale therapie)
Bijwerkingen en adviezen
Moe zijn
Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.
De volgende klachten kunnen optreden:
- Weinig/geen energie hebben
- Nergens zin in hebben
- Prikkelbaar zijn
- Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
- Last van stemmingswisselingen
- Als u beweegt, bent u snel moe
- Geheugen- en concentratieproblemen
- Minder belangstelling hebben voor de omgeving
Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
- Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
- Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
- Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
- Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden.
- De app “Untire Now” is een app die u helpt tegen moe zijn bij kanker. In deze app krijgt u handige tips en adviezen die u kunnen helpen bij het omgaan met moe zijn.
- Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.
Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.
Voor het laatst gewijzigd: 10 februari 2025
Vaginale klachten
Door de behandeling met hormoontherapie worden de slijmvliezen door de afname van het hormoon oestrogeen droger en dunner. Behalve de slijmvliezen van ogen, neus en mond zijn het vooral de slijmvliezen van de vagina die klachten kunnen geven. Zo wordt de vagina gevoeliger voor irritaties. Klachten waar u last van kunt hebben zijn:
- droogheid
- afscheiding
- jeuk
- bloedverlies
- pijn bij het vrijen, doordat de vagina droog is
Een droge vagina kan vervelend zijn bij het vrijen. Neem voldoende tijd bij het voorspel. Het is nu extra belangrijk om aan te geven wat u prettig en onprettig vindt of wat zelfs pijnlijk is.
Advies
- Gebruik zo nodig een glijmiddel. Een glijmiddel kunt u zonder recept bij de drogist of apotheek kopen. Let er wel op dat deze glijmiddelen geen hormonen bevatten! Voorbeelden zijn Replens, Sensilube of KY-gel. Breng het glijmiddel aan rondom de vaginale opening en op de penis. De meeste glijmiddelen zijn vrij lang werkzaam. Desgewenst kunt u de glijmiddelen enige tijd voorhet vrijen al aanbrengen.
- Gebruik geen zeep bij het wassen van de vagina en draag luchtig katoenen ondergoed.
- Bespreek uw lichamelijke veranderingen met uw partner.
- Neem contact op met uw arts bij vaginaal bloedverlies. Let op bij jeuk en/of verandering, in geur en kleur, van de vaginale afscheiding. Dit kan namelijk ook wijzen op een schimmelinfectie. Neem dan contact op met uw arts.
Veel zweten
Door de behandeling kunt u veel gaan zweten. In uw huid zitten zweetkliertjes. Daar komt vocht uit: zweet. Dat vocht op uw huid verdampt. Het verdampen neemt warmte mee. Zo raakt uw lichaam de extra warmte kwijt. En blijft uw lichaam op een normale temperatuur. Veel zweten kan overdag en in de nacht voorkomen.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- ineens warm krijgen (of blozen)
- rillingen of trillen
- roze, rode of geïrriteerde huid
- hartkloppingen
- nare luchtjes
Advies
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- veel zweet en ook koorts heeft (38,5 graden of meer)
- veel minder plast dan u gewend bent. Of als uw plas donkerbruin is.
- last krijgt van een snelle hartslag of hartkloppingen
- Bij veel zweten heeft het lichaam extra vocht nodig. Door zweten verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, sap of limonade.
- Vermijd scherp gekruid eten of hete dranken. Ook alcohol of roken kunnen ervoor zorgen dat u meer gaat zweten.
- Houd uzelf koel. Draag kleding in laagjes. Dan kunt u iets uittrekken als u het warm krijgt. Of draag luchtige, wijde kleding. Kies voor katoen of linnen. Zorg ook voor een koele (slaap-)kamer.
- Zweet heeft geen geur. Het gaat pas ruiken door bacteriën op de huid. Zorg daarom voor een goede persoonlijke verzorging. Douche of was uzelf elke dag. Verwissel natte kleding en beddengoed.
- Voorkom dat de huid geïrriteerd raakt. Houd de huid droog. Gebruik geen extra parfum of deodorant.
- Door stress en emoties kunt u soms ook zweten. Zorg voor ontspanning zoals meditatie of yoga. Als u denkt over bijvoorbeeld acupunctuur, bespreek dit dan eerst met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
Opvliegers
Door de behandeling kunt u last krijgen van opvliegers. Opvliegers zijn korte, plotselinge warmteaanvallen. Ook kunt u gaan zweten en wordt u rood in het gezicht (blozen), nek en hals.
Tijdens de opvlieger stijgt de temperatuur van de huid. Meestal duurt een opvlieger een paar minuten.
Advies
- sommige mensen krijgen minder opvliegers als ze stress, cafeïne, alcohol en gekruid eten vermijden
- draag meerdere lagen kleding, zodat u wat uit kunt doen tijdens een opvlieger
- iets kouds drinken aan het begin van een opvlieger kan verlichting geven
Verandering in de menstruatie
Door de behandeling kan er een verandering optreden in de menstruatie, bijvoorbeeld:
- de menstruatie komt onregelmatig
- de menstruatie duurt langer dan normaal
- de menstruatie duurt korter dan normaal
- u verliest minder bloed
- de menstruatie blijft weg
- u verliest juist meer bloed dan normaal
- als u veel bloed verliest, kan dit bloedarmoede geven
Klachten bij bloedarmoede kunnen zijn:
- bleek zien
- vermoeid zijn
- kortademigheid
- gevoel van spierzwakte bij inspanning
Advies
- Heeft u last van overmatig bloedverlies, overleg dat met uw behandelend arts. Die kan medicijnen voorschrijven om de bloedingen te verminderen.
Bij gebruik van Tamoxifen kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
- Droge vagina
- Duizeligheid
- Dunner wordend haar
- Gewichtstoename
- Hoofdpijn
- Huiduitslag
- Oogproblemen
- Spier- en gewrichtspijn
- Stemmingswisselingen (depressieve gevoelens).
- Trombose
- Vaginaal bloedverlies en/of afscheiding
- Vaginale schimmelinfectie
Het is niet te voorspellen of bij u bijwerkingen op zullen treden. Het al dan niet optreden van de bijwerkingen en de mate waarin dit optreden, zegt niets over het effect van de behandeling op uw ziekte. Wanneer de klachten niet acceptabel zijn voor u neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig specialist. Hieronder volgt een overzicht van de meest voorkomende bijwerkingen.
Droge vagina
Door de hormonale therapie verandert het slijmvlies van de vagina en kan daardoor droger worden.
Advies
Een droge vagina kan hinderlijk zijn bij het vrijen. Er bestaan (glij-)middelen (bijv. Replens®); vaginale gel) die deze klachten tegengaan; deze middelen zijn bij apotheek of drogist verkrijgbaar.
Belangrijk
Wees alert bij jeuk en/of verandering, in geur en kleur, van de vaginale afscheiding. Dit kan namelijk ook wijzen op een schimmelinfectie. Neem contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Duizeligheid
Advies
Sta rustig op, kies een oriëntatiepunt en beweeg niet te abrupt.
Belangrijk
Het wordt afgeraden om auto te rijden en/of machines te bedienen gedurende de periode dat u hinder heeft van duizeligheid.
Dunner wordend haar
Advies
Verzorg uw haar voorzichtig: was het haar met lauw water, gebruik een milde shampoo en crèmespoeling. Droog het haar voorzichtig.
Gewichtstoename
Gewichtstoename kan niet aan de medicatie worden geweten, behalve een geringe toename door vocht vasthouden. De soms aanzienlijke gewichtstoename lijkt meer te komen door het weinig bewegen door ziekte en vermoeidheid, het meer eten door stress en de aansporingen om vooral goed en lekker te eten en het vaker eten om de misselijkheid weg te eten.
Advies
- Lichaamsbeweging is belangrijk. U wordt geadviseerd om bijvoorbeeld te wandelen, fietsen, dansen en / of te zwemmen. Probeer in het dagelijks leven meer te bewegen door vaker de trap en de fiets te nemen.
- Probeer gewichtstoename te voorkomen of te beperken door zoete en hartige tussendoortjes te laten staan, vaker te kiezen voor magere of halfvolle producten, geen suiker toe te voegen, light frisdrank te gebruiken en door geen maaltijden over te slaan.
- Vraag een verwijzing naar een diëtist voor een persoonlijk advies.
Hoofdpijn
Advies
- Leg een koud, nat washandje op uw hoofd.
- Zorg voor ontspanning.
- Zoek afleiding.
- Zorg voor een rustige omgeving.
- Gebruik eventueel pijnstillers.
Huiduitslag
Huiduitslag kunnen rode bultjes, maar ook verheven rode plekken zijn. Soms is er niets te zien op de huid, maar is wel sprake van huidirritatie.
Advies
- U houdt uw huid in een goede conditie door deze regelmatig in te smeren met een lotion of crème op waterbasis. Bij een droge huid kunt u uw huid 2 maal daags insmeren.
- Wanneer u last heeft van jeuk, kunt u de huid koelen en de jeuk bestrijden door uw huid in te smeren of te wrijven met mentholtalkpoeder of mentholcrème.
- Neem in geval van aanhoudende klachten van de huid contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Oogproblemen.
U kunt problemen krijgen met uw ogen, bijvoorbeeld: staar en problemen aan het hoornvlies. Wanneer u merkt dat u last heeft van uw ogen, bijvoorbeeld brandende ogen en/of achteruitgang van het zicht is het van belang dat u contact opneemt met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Misselijkheid
Misselijkheid treedt mogelijk op aan het begin van de behandeling en verdwijnt meestal spontaan 3-4 weken na aanvang van de behandeling.
Advies
- Zorg ervoor dat u voldoende, ongeveer 1,5-2 liter per dag, drinkt. Dit zijn 10-15 glazen of kopjes (Al het vocht telt mee: thee, water, melk, sap, koffie, bouillon, soep, vla, yoghurt). Te weinig vochtgebruik verergert de misselijkheid.
- Gebruik regelmatig kleine maaltijden. Te veel eten in één keer kan de misselijkheid verergeren. Met een lege maag wordt de misselijkheid soms erger. Eet vaker een klein beetje. Ga echter niet meer eten dan u gewend bent, maar spreid het eten over de hele dag.
- Zorg voor voldoende rust rondom de maaltijden.
- Neem in geval van aanhoudende klachten van misselijkheid contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Overgangsklachten.
Door de behandeling kunt u vervroegd in de overgang komen, dit kan gepaard gaan met overgangsverschijnselen, waaronder opvliegers.
Opvliegers worden veroorzaakt omdat bepaalde gebieden in de hersenen, verantwoordelijk voor de temperatuurregeling, verstoord worden door het stopzetten van de oestrogeenproductie. Een opvlieger kan een aantal seconden tot vele minuten aanhouden en gaat vaak vergezeld van een verhoogde hartslag en transpireren. Vooral 's nachts kan het transpireren heftig zijn. Stress kan ervoor zorgen dat de frequentie en hevigheid van de opvliegers toenemen.
Advies
- Zorg voor ontspanning.
- Zoek afleiding.
- Draag luchtige kleding, bij voorkeur kleding van natuurlijke materialen, zoals katoen.
- Zorg voor een goed geventileerde, koele slaapkamer en niet te warm beddengoed (bij voorkeur ook van natuurlijke materialen, zoals katoen).
- Bij sommige mensen zou alcohol, eiwitrijke of koolhydraatrijke voeding aan het ontstaan van opvliegers kunnen bijdragen. Probeer zelf uit of u daar gevoelig voor bent.
- Neem regelmatig lichaamsbeweging.
- Neem in geval van (ernstige) overgangsklachten contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Spier- en gewrichtspijn
Gewrichtsklachten kunnen optreden ten gevolge van verminderde aanmaak van gewrichtsvloeistof. De oorzaak hiervan is nog niet aangetoond.
Advies
- Neem zonodig een warme douche
- Zorg voor voldoende beweging
- Neem in geval van aanhoudende pijnklachten contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Stemmingswisselingen (depressieve gevoelens)
Door de verandering in de hormoonhuishouding treden vaker stemmingswisselingen op. Mogelijk hebben depressieve gevoelens hierbij de overhand.
Advies
- Geef uw gevoel de ruimte. Probeer uw gevoelens bespreekbaar te maken met uw naasten.
- Zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Door te bewegen kunt u zich energieker voelen.
Belangrijk
U kunt de stemmingswisselingen met uw behandelende arts of nurse practitioner bespreken. Eventueel kan (in overleg met u) de hulp van een psycholoog worden ingeschakeld.
Transpireren
Door de behandeling kunt u last krijgen van overmatig transpireren (zweten).
Advies
- Zorg dat u voldoende vocht aanvult, drink 1½ tot 2 liter per /dag
- Besteed extra aandacht aan lichaamsverzorging; als gevolg van overmatig transpireren kunnen vooral in de liezen en onder de borsten smetplekken ontstaan.
- Was uw hele lichaam minimaal een keer per dag met pH-neutrale zeep en gebruik lauwwarm water; dit voorkomt irritatie van de huid.
- Draag kleding en gebruik beddengoed van natuurlijke stoffen (bijvoorbeeld katoen en linnen) en verschoon deze regelmatig.
Trombose
Trombose is een bloedstolsel (bloedprop) in een bloedvat. Door groei van het stolsel kan het bloedvat verstoppen, waardoor het bloed niet goed door het bloedvat kan stromen. Wanneer de bloedtoevoer is belemmerd kunnen de volgende verschijnselen optreden:
- Het been of de arm waarin de trombose zich bevindt is rood en dik, voelt warm aan en is pijnlijk/gevoelig.
Belangrijk
- Neem bij bovenstaande verschijnselen direct contact op met uw behandelende arts of nurse practitioner.
Vaginaal bloedverlies en afscheiding
Advies
- Raadpleeg uw arts of nurse practitioner bij vaginaal bloedverlies.
- Zorg voor een goede persoonlijke hygiëne.
Vaginale schimmelinfectie
Ten gevolge van de hormonale therapie verandert het slijmvlies van de vagina en wordt daardoor droger. Hierdoor kan gemakkelijker een schimmelinfectie ontstaan.
Preventief advies
De vagina niet wassen met zeep; geen knellende lingerie dragen.
Bij klachten van jeuk, verandering in geur en kleur van vaginale afscheiding, moet u contact opnemen met uw behandelende arts of nurse practitioner. Zonodig kan een vaginale crème worden voorgeschreven (bijv. Daktarin®).
Vermoeidheid
Door de verandering in de hormoonhuishouding kunt u meer vermoeidheid ervaren. Hierdoor kan de vermoeidheid die al bestond door eerdere behandelingen (bijv. chemotherapie) aanhouden.
Advies
- Tijdens de behandeling heeft u minder energie en raakt u sneller vermoeid. Probeer hier rekening mee te houden door voldoende te rusten. Zorg bijvoorbeeld dat u ‘s middags een uurtje rust.
- Verdeel de activiteiten die u wilt doen over de dag.
- Durf de hulp die wordt aangeboden door familie en/of vrienden te accepteren. U heeft dan zelf wat meer tijd en mogelijk meer energie voor de dingen die u leuk vindt.
- Probeer ondanks de vermoeidheid en verminderde energie uw conditie op peil te houden, door bijvoorbeeld dagelijks een stukje te fietsen of te wandelen. De vermoeidheid wordt namelijk niet minder door veel te rusten of passief te worden.
Geef bij uw verpleegkundige of bij uw behandelende arts aan wanneer u hulp in de huishouding of bij de lichamelijke verzorging nodig heeft.