bijwerkingen bij kanker

Patiënteninformatie over bijwerkingen van oncologische middelen met bijbehorende adviezen

Geselecteerde behandelingen: chemotherapie, overige middelen

Algemene informatie

Inleiding

Binnenkort start u in het Slingeland Ziekenhuis met chemotherapie. De arts en een verpleegkundige hebben u al het een en ander verteld over wat u kunt verwachten van de behandeling. De informatie op de volgende pagina's geeft uitleg over chemotherapie en over uw behandeling. Daarnaast vindt u ook tips en adviezen. Deze informatie kunt u ook laten lezen aan eventuele andere zorgverleners, zoals uw huisarts en de wijkverpleegkundige. Het is belangrijk dat ook zij weten welke behandeling (medicijnen) u krijgt.

De informatie is samengesteld in samenwerking met het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Het ziekenhuis heeft ook eigen informatiemateriaal (zoals Patiënteninformatiewijzers). Het kan daarom voorkomen dat u bepaalde informatie elders al heeft gelezen.

De informatie op de volgende pagina's bestaat uit twee onderdelen:

Algemene informatie:

  1. Bereikbaarheid
  2. Wat is chemotherapie?
  3. Afdelingen
  4. Redenen om een arts te waarschuwen
  5. Tips voor het omgaan met urine/ontlasting en braaksel
  6. Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
  7. Second opinion
  8. Wetenschappelijk onderzoek bij kanker
  9. Telefoonnummers en websites voor informatie
  10. Vergoeding vervoer tijdens oncologische behandeling

Specifieke informatie over uw behandeling (kuurspecifieke gedeelte):

  • Behandelschema
  • Bijwerkingen

ALGEMENE INFORMATIE

1. Bereikbaarheid

Telefonisch verpleegkundig spreekuur

Voor al uw vragen kunt u terecht bij de oncologieverpleegkundige. De oncologieverpleegkundige houdt iedere werkdag tussen 08.30 uur en 09.00 uur telefonisch spreekuur. Het telefoonnummer is: (0314) 32 97 34.

Dagbehandeling oncologie (24 uurs bereikbaarheid)

Mocht u een dringende vraag of een probleem hebben en u kunt niet wachten tot het telefonisch spreekuur, neemt u dan contact op met de dagbehandeling Oncologie. De Dagbehandeling is bereikbaar tussen 08.00 uur en 17.00 uur, via telefoonnummer (0314) 32 97 46. Buiten deze kantoortijden wordt u automatisch doorgeschakeld naar verpleegafdeling B1 (oncologie).

Wilt u een afspraak maken of wijzigen voor de Dagbehandeling Oncologie dan kunt u contact opnemen met het Centraal Planbureau op werkdagen van 8.30-16.30 uur via telefoonnummer: 0314-329445

Secretariaat van uw behandelend arts

Heeft u een vraag over een afspraak met uw arts, belt u dan naar het secretariaat van uw behandelend arts:

Dr. C. van Arkel                         (0314) 32 95 54                  

Dr. R.A.W. van de Wetering        (0314) 32 95 54                  

Dr. E.R. van Bladel                     (0314) 32 95 52                  

Dr. N. Aboosy                            (0314) 32 95 52                  

Dr. J. van Heek                          (0314) 32 95 52

2. Wat is chemotherapie?

Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen, zogeheten cytostatica.

3. Afdelingen

In het Slingeland Ziekenhuis wordt op verschillende afdelingen chemotherapie gegeven. Hieronder kruist de verpleegkundige aan op welke afdeling u chemotherapie krijgt:

  •  Dagbehandeling Oncologie 

Voor uw behandeling met chemotherapie komt u naar de Dagbehandeling Oncologie. Deze vindt u op de 1e verdieping. Meestal moet u voordat u chemotherapie krijgt, bloed laten prikken. U komt dan een of enkele dagen vóór de behandeling naar het Laboratorium Afname in het ziekenhuis. Meestal gecombineerd met een bezoek aan de arts. Vaak is het ook mogelijk om in uw eigen woonplaats bloed af te laten nemen door medewerkers van het ziekenhuis. Informatie hierover vindt u op de website van het ziekenhuis. De verpleegkundige van de Dagbehandeling Oncologie bespreekt dit met u. Naar aanleiding van uw bloeduitslag, beslist de arts of de behandeling doorgaat. Vervolgens worden uw medicijnen (chemotherapie) bij de ziekenhuisapotheek besteld en krijgt u ze op het met u afgesproken tijdstip toegediend.

Als de chemokuur om een reden van uw kant niet door kan gaan, vragen wij u dit op tijd telefonisch door te geven aan een verpleegkundige van de Dagbehandeling Oncologie.

  •  Verpleegafdeling (oncologie/ hematologie)

Voor uw behandeling met chemotherapie wordt u opgenomen op verpleegafdeling oncologie/ hematologie. Op de dag van opname meldt u zich bij de receptie bij de hoofdingang. De opnameduur varieert van één tot meerdere dagen, afhankelijk voor welke behandeling wordt gekozen. Eén of enkele dagen voor de opname moet u bloed laten prikken. Dit kan bij het Laboratorium Afname in het ziekenhuis. Meestal wordt dit gecombineerd met een bezoek aan de arts, en indien de longarts uw hoofdbehandelaar is wordt er ook een röntgenfoto van de borstkas gemaakt. Vaak is het ook mogelijk om in uw eigen woonplaats bloed af te laten nemen door medewerkers van het ziekenhuis. Informatie hierover vindt u op de website van het ziekenhuis. Aan de hand van de bloeduitslag beslist de arts of de behandeling doorgaat.

Als de chemokuur om een reden van uw kant niet door kan gaan, vragen wij u dit op tijd telefonisch door te geven aan de verpleegafdeling oncologie/hematologie tel: (0314) 32 92 71 

U mag altijd iemand meenemen naar uw behandeling, wij verzoeken u om dit tot 1 persoon te beperken.

4. Redenen om een arts te waarschuwen

Bij onderstaande klachten is het belangrijk nog dezelfde dag contact op te nemen met het oncologisch verpleegkundig spreekuur of de specialist:

- koorts (vanaf 38,5 graden Celsius);

- koude rillingen;

- toegenomen kortademigheid;

- onverklaarbare bloedingen.

- als het plassen niet lukt

- als u niet meer kunt eten en/of drinken

In het kuurspecifieke gedeelte leest u meer over wat u kunt doen bij klachten en wanneer u contact moet opnemen.

5. Tips voor het omgaan met urine/ontlasting en braaksel

Urine, ontlasting en braaksel bevatten resten cytostatica. In het kuurspecifieke gedeelte staat precies vermeld hoe lang dit duurt. Om uw omgeving te beschermen kunt u deze uitscheidingsproducten in die periode het beste zo min mogelijk met uw handen aanraken. In het ziekenhuis dragen verpleegkundigen altijd handschoenen ter bescherming tegen cytostatica. Soms dragen zij ook mouwtjes of schorten.

Adviezen voor als u thuis bent:

- Voor mannen: altijd gaan zitten bij het plassen om spatten zoveel mogelijk te voorkomen.

- Spoel het toilet na gebruik tweemaal door, met het toiletdeksel gesloten.

- Maak één keer per dag het toilet schoon.

- U kunt braaksel gewoon door het toilet spoelen.

- Bij bevuiling van kleding en beddengoed: kleding en/of beddengoed in de wasmachine doen, eerst spoelen met koud water. Daarna het gewone wasprogramma draaien.

Deze maatregelen zijn voldoende voor u en uw gezinsleden. Deze maatregelen gelden alleen tijdens de ‘besmette' periode. De hoeveelheid cytostatica in overige uitscheidingsproducten zoals zweet, speeksel,  en tranen zijn zo laag dat er geen speciale maatregelen nodig zijn.

Het is niet bekend of, en in welke mate cytostatica opgenomen worden in het sperma of het slijmvlies van de vagina. gebruik daarom, gedurende de risicoperiode, bij seksueel contact altijd een condoom.

6. Vruchtbaarheid, Zwangerschap en borstvoeding

De behandeling met cytostatica kan onvruchtbaarheid veroorzaken. De kans daarop is afhankelijk van verschillende factoren. De soort en combinatie van cytostatica, de aard van uw ziekte en uw leeftijd spelen hierbij een rol. Uw behandelend arts kan vertellen wat u kunt verwachten en welke mogelijkheden er zijn om de vruchtbaarheid veilig te stellen.

Mannen

Chemotherapie kan beschadiging van het erfelijke materiaal van de zaadcellen veroorzaken. Het is daarom niet wenselijk een kind te verwekken tijdens de behandeling. Na de behandeling is er meestal snel herstel, al duurt het soms nog 4 tot 5 jaar voordat de aanmaak en kwaliteit van het sperma weer volledig is hersteld.

Vrouwen

Een behandeling met cytostatica kan veranderingen in uw menstruatiepatroon veroorzaken. Soms worden de menstruaties heviger/onregelmatiger of verdwijnen (tijdelijk). Dit gaat soms gepaard met overgangsklachten. Na de behandeling herstelt uw menstruatiepatroon zich meestal weer. Een behandeling met cytostatica kan beschadiging van eicellen tot gevolg hebben. Dit kan leiden tot aangeboren afwijkingen bij kinderen. Een zwangerschap tijdens de behandeling dient daarom te worden voorkomen. Het is noodzakelijk dat u doorgaat of start met een betrouwbare methode van anticonceptie. Het is beter om met een zwangerschap te wachten tot enkele maanden na de behandeling. Uw lichaam krijgt dan de tijd om te herstellen van de behandeling. Een behandeling met cytostatica hoeft geen belemmering te zijn voor geslachtsgemeenschap. Door de behandeling kan het slijmvlies van de vagina droger worden. Een glijmiddel is dan een goed hulpmiddel bij het vrijen.

Borstvoeding

Het is niet bekend of het medicijn in de moedermelk terecht komt en daarom mag u tijdens en tot 4 weken na de behandeling geen borstvoeding geven

7. Second opinion

Een second opinion (een tweede mening) is een medisch oordeel van een andere arts dan uw behandelend arts.

In principe volgen alle kankerspecialisten dezelfde procedures voor onderzoek en behandeling. Uw specialist uit het Slingeland Ziekenhuis heeft regelmatig contact met specialisten uit academische ziekenhuizen en kankerklinieken. Er is een commissie waarin academische specialisten, de radiotherapeut en andere betrokken zorgverleners aanwezig zijn. In deze commissie wordt besproken welke behandeling voor u de beste behandeling is. Toch kunt u onzeker zijn of twijfels hebben over uw behandeling. Dan bestaat de mogelijkheid een second opinion bij een andere specialist te vragen. Bespreek met uw eigen specialist dat u een second opinion wilt. Hij kan namelijk met u overleggen bij wie u het beste terecht kunt en uw gegevens overdragen. Het vragen van een second opinion is geen blijk van wantrouwen tegen uw eigen specialist. Het is belangrijk dat u achter de behandeling staat en samen met uw specialist tot een goede keuze komt.

Omdat niet alle verzekeringsmaatschappijen de kosten van een second opinion vergoeden, is het wel verstandig om vooraf met uw zorgverzekeraar te overleggen.

8. Wetenschappelijk onderzoek bij patiënten met kanker

De arts heeft voor een chemokuur gekozen die voor u nu de grootste kans op succes biedt. Dat deze kuur de beste keus voor u is, weten we dankzij uitgebreid wetenschappelijk onderzoek bij patiënten met kanker. Deze patiënten zijn in het verleden met deze en andere kuren behandeld. Meestal gaan deze onderzoeken uit van academische ziekenhuizen of organisaties die zich bezighouden met het verbeteren van behandelingen van kanker. De onderzoeken hebben tot doel de effectiviteit van chemokuren te verbeteren en mogelijke bijverschijnselen te minimaliseren.

Ook in het Slingeland Ziekenhuis nemen wij regelmatig deel aan wetenschappelijk onderzoek. Het kan dus voorkomen dat de arts u vraagt om aan een dergelijk onderzoek mee te werken. Deze onderzoeken zijn aan zeer strenge regels gebonden, ter bescherming van de belangen van de deelnemende patiënten. Wij verwerken al uw gegevens anoniem.

Het onderzoek vindt uiteraard geheel op vrijwillige basis plaats. Als u besluit om niet mee te doen aan een onderzoek, wordt u op geen enkele wijze tekort gedaan in uw behandeling.

Vraagt de arts of u wilt deelnemen aan het onderzoek, dan is er voor u een ruime bedenktijd om daarover een beslissing te nemen. Het is mogelijk om met uw huisarts of met een onafhankelijke arts te overleggen.

Als u deelneemt aan wetenschappelijk onderzoek en u bedenkt zich, dan kunt u op elk moment van verdere deelname aan het onderzoek afzien.

9. Telefoonnummers en websites voor informatie

    • Slingeland Ziekenhuis

    Telefoon: (0314) 32 99 11

    Website: http://www.slingeland.nl/

    • Kanker.nl

    Kanker.nl is een initiatief van KWF Kankerbestrijding, patiëntenbeweging Levenmetkanker en IKNL (kenniscentrum voor zorgverleners in de oncologie). Je vind er informatie over kanker, de behandeling ervan en leven met kanker. Ook kun je er in contact komen met andere patiënten.

    Website: http://www.kanker.nl/

    • Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK)

    Telefoon: (030) 291 60 90.

    E-mail: secretariaat@nfk.nl

    Website: http://www.nfk.nl/   

    Adressen voor psychosociale ondersteuning:

    • Zorgverleners Slingeland ziekenhuis

    In het Slingeland ziekenhuis werken verschillende zorgverleners die u hulp kunnen beiden. Overleg hierover met de arts of verpleegkundige en meer informatie kunt u vinden in de folder: Omgaan met kanker.

    • Inloophuis Oude Ijssel (Doetinchem)

    Het Inloophuis Oude IJssel is een huis voor mensen die leven met kanker. Je kunt er terecht voor een goed gesprek; een ontspannende activiteit; een lezing of gewoon voor een kopje koffie.

    Telefoon:(0314)646024

    Website: http://www.inloophuisoudeijssel.nl/

    • Helen Dowling instituut (Arnhem, Groesbeek, Bilthoven)

    Het Helen Dowling Instituut biedt psychologische zorg bij kanker. Wij helpen mensen met kanker, maar ook hun naasten, de ziekte emotioneel te verwerken.

    Website: http://www.hdi.nl/

  • In de Achterhoek zijn verschillende lokale oncologie netwerken actief. De netwerken bestaan uit eerstelijns zorgprofessionals en hebben als doel om de zorg voor patiënten met en na kanker vanuit de thuissituatie te verbeteren. Zij werken samen aan een optimaal behandelresultaat. Voor informatie:

    http://www.oncologienetwerkenachterhoek.nl/

  • Hematon is de patiëntenorganisatie voor patiënten met een hemato-oncologische aandoening, zoals bloedkanker en lymfklierkanker.             Website: http://www.hematon.nl/

10. Vergoeding vervoer tijdens oncologische behandeling

In alle basisverzekeringen is opgenomen dat de zorgverzekeraar de kosten vergoedt die u heeft gemaakt voor het gebruik van de (eigen) auto, taxi of openbaar vervoer als u een oncologische behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie moet ondergaan. Vergoeding is pas mogelijk nadat u uw eigen bijdrage hebt betaald. Door een aantal zorgverzekeraars wordt deze regel zeer strikt nageleefd. U kunt bij uw verzekeraar informeren of u hiervoor in aanmerking komt en hoe u de kosten kunt declareren.

Behandelschema

Deze kuur bestaat uit 3 verschillende middelen. Daarnaast kunnen nog enkele andere medicijnen voorgeschreven worden. Deze dienen als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om bijwerkingen te beperken.

 Medicijn

Dag 1

Dag 2

Dag 3

Dag 4

Dag 5

Wijze van toediening

Cyclofosfamide

    X

Infuus

Vincristine

    X

Infuus

Prednison

    X

  X

    X

    X

    X

Oraal


 

De volgende kuur start in principe 3 weken na dag 1, als de bloeduitslagen goed zijn.

Preventie van huidschade bij chemotherapie

Uw behandeling bevat één of meer geneesmiddelen die via een ader worden toegediend, maar ook onbedoeld buiten de ader in het omliggende weefsel terecht kunnen komen en zo mogelijke huidschade veroorzaken. Deze complicatie wordt een "extravasatie" genoemd.

Om de kans op deze complicatie te voorkomen en om uw behandeling zo veilig mogelijk te laten verlopen is het volgende van belang:

Voorzorgsmaatregelen die u kunt nemen:

  • Draag bij elke medicijntoediening losse kleding die geen hinder kan geven voor het plaatsen van het infuus (geen strakke of opgerolde mouwen)
  • Beperk tijdens de toediening zoveel mogelijk onverwachte bewegingen aan de zijde waar het infuus zit, en voorkom zoveel mogelijk dat de infuusslang naast de stoel of het bed hangt en ergens achter kan haken.
  • Ga naar het toilet voordat u met de behandeling start.

Rondlopen op de afdeling is toegestaan. Laat de verpleegkundige het infuus eventueel extra vastplakken.

Tijdens de toediening van een paar middelen is het raadzaam om het mobiliseren te beperken, indien dit het geval is zal de verpleegkundige dit met u bespreken.

Waarschuw onmiddellijk de verpleegkundige indien tijdens de toediening één  of meer van de volgende verschijnselen optreden:

  • Pijn ( kan brandend of stekend zijn) of elk abnormaal gevoel rondom de infuusplaats.
  • Zwelling, roodheid of verharding rondom de infuusplaats
  • Lekkage rondom de infuusplaats
  • Loslaten van de infuuspleister waarmee het infuus vastgeplakt zit.

Ook indien u thuis bent en in de 24 uur na toediening pijnklachten of abnormale zwelling ontstaat is het verstandig om contact op te nemen met de verpleegkundige van de dagbehandeling oncologie of de verpleegafdeling.

Voetnoot behandelplan

MEDICIJNEN TEGEN DE MISSELIJKHEID

 DAG

 GENEESMIDDEL

 TOEDIENING

    1 (= dag van de kuur)

Dexamethason 8mg.

              +

granisetron (Kytril) 1 mg.

Via infuus, vooraf aan de kuur

Via infuus, vooraf aan de kuur

Daarbij zonodig

Metoclopramide

(= primperan) 10 mg  zetpil

of

Metoclopramide

(= primperan) 10 mg. tablet

Zonodig 3 x daags

gebruiken

LET OP;

BOVENSTAAND SCHEMA HERHAALT ZICH IEDERE KUUR

Indien bovenstaand schema onvoldoende resultaat heeft of als u last heeft van ongewenste bijwerkingen, neem dan contact op met het verpleegkundig oncologisch spreekuur: 0314-329734

Extra info veilig omgaan met excreta

Wanneer u met een chemokuur of een ander middel wordt behandeld, dan zullen de chemische stoffen uit de medicijnen via excreta uit uw lichaam verdwijnen. Excreta is een medische term voor alles wat het lichaam uitscheidt: urine, ontlasting, wondvocht, bloed, traanvocht, transpiratie, sperma, braaksel en speeksel. Dit wordt ook wel uitscheidingsproducten genoemd.

Direct (huid)contact van met name middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. En voor de gezondheid van uw naasten. De chemische stoffen blijven een aantal dagen na de kuur schadelijk. Het verschilt per middel hoe lang dit is. Het kan variëren van 1 dag tot 7 dagen.

De risico's zijn voor u en uw omgeving klein, omdat u thuis slechts gedurende korte tijd in aanraking komt met cytostatica. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico's tot een minimum beperken.

Lees hier meer over adviezen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Cyclofosfamide: 3 dagen
  • Vincristine: 2 dagen

Bijwerkingen en adviezen

Andere vetverdeling

Door de behandeling kan onderhuids vet op andere plaatsen komen te zitten.

  • uw nek wordt bijvoorbeeld dikker
  • u kunt een boller gezicht krijgen
  • soms komt er meer vet om uw middel of heupen, terwijl armen en benen juist dun blijven.
Advies

Overleg met uw behandelend arts of verwijzinging naar een diëtist mogelijk is.

Blaasproblemen

Door de behandeling kunnen blaasproblemen ontstaan door beschadiging of irritatie van de blaaswand.

blaasontsteking

Door de behandeling kunnen blaasproblemen ontstaan door beschadiging of irritatie van de blaaswand. Door beschadiging van de blaaswand kunnen er meer bacteriën in de blaas voorkomen die gaan ontsteken, met een blaasontsteking tot gevolg. U kunt de volgende klachten krijgen:

  • (brandende) pijn bij het plassen
  • pijn in de onderbuik
  • bloed of bloedstolsels bij de urine
  • vaker plassen
  • niet goed kunnen plassen
  • vaak moeten plassen en vaak aandrang hebben, terwijl de blaas niet vol is
  • slecht en sterk ruikende of troebele urine.
Advies
  • drink veel, anderhalf tot twee liter per dag (16 kopjes of 14 bekers per dag). Dit zorgt voor een natuurlijke doorspoeling.
  • plas regelmatig. Dit spoelt de bacteriën naar buiten zodat deze zich niet aan de blaaswand kunnen hechten.
  • houd de plas niet op, maar ga bij aandrang gelijk naar het toilet.
  • zorg voor warme kleding; vooral het onderlichaam en de voeten moeten warm blijven.
  • zorg voor een goede hygiëne. Voor vrouwen: reinig het onderlichaam van voren naar achteren om te voorkomen dat bacteriën in de plasbuis terechtkomen. Was daarna zorgvuldig de handen.
  • plas direct na het vrijen.
  • de vagina is zelfreinigend. Gebruik daarom geen zeep bij het wassen van de vagina.
  • een bekkenbodemfysiotherapeut kan helpen bij plasklachten. Vind een bekkenbodemfysiotherapeut bij u in de buurt.

Neem contact op met de behandelend arts als u een van de volgende klachten heeft:

  • als er bloed bij de urine te zien is
  • als u pijn heeft bij het plassen

bloed in urine

Vaak maakt het beenmerg door bepaalde geneesmiddelen tijdelijk te weinig nieuwe bloedplaatjes aan. Bloedplaatjes zijn belangrijk voor de bloedstolling. Wanneer je minder bloedplaatjes hebt, wordt je bloed dunner en stolt het minder snel. Wanneer je blaaswand beschadigd is (door een blaasontsteking bijvoorbeeld), blijven wondjes langer bloeden. Hierdoor kan er bloed bij de urine zitten. 

Advies

Neem contact op met uw behandelend arts als er bloed bij de urine zit.

urineverkleuring

Stoffen in medicijnen kunnen de urine doen verkleuren (rood of blauwgroen). De verkleuring is onschadelijk, is tijdelijk en verdwijnt meestal spontaan enkele dagen na de toediening. 

Advies

Neem contact op met uw behandelend arts als:

  • de verkleuring van de urine binnen 48 uur na de behandeling niet verdwijnt
  • er bloed bij de urine zit
  • als het plassen pijnlijk is

urineverlies

Door de behandeling met bepaalde medicijnen kunt u last krijgen van ongewild verlies van urine. Klachten die kunnen optreden zijn:

  • irritatie van slijmvliezen en huid in de schaamstreek
  • blaasontsteking
  • onaangename geur, schaamte
  • problemen met intimiteit en seksualiteit
  • sociaal isolement
Advies
  • ga elke 2 à 3 uur plassen, ook als er geen aandrang is
  • overleg met uw arts of er gestart worden met een blaastraining
  • u kunt worden doorverwezen naar een incontinentieverpleegkundige, zij kan u advies geven over het gebruik van incontinentie materiaal
  • vermijd plastabletten en middelen die het plassen bevorderen, zoals koffie en alcohol 
  • maak gevoelens van schaamte bespreekbaar
  • verzorg de huid rondom uw schaamstreek goed om te voorkomen dat deze stuk gaat

Dunner haar of haaruitval

Dunner wordend haar of haaruitval (ook wel alopecia genoemd) is de meest zichtbare bijwerking van chemotherapie. Hoe komt het dat haar volledig of in mindere mate uitvalt? Kankercellen hebben de eigenschap om zich snel te delen. Het doel van chemotherapie is om de snel delende cellen te vernietigen of de groei ervan te vertragen. Daarbij treft de chemotherapie ook gezonde cellen die zich snel delen, zoals de cellen die in onze haarzakjes voor de haargroei zorgen. Met als gevolg: complete haaruitval of dunner wordend haar.

Behalve hoofdhaar kunnen ook wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen uitvallen. Uw hoofdhuid kan gevoelig of pijnlijk aanvoelen. Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van medicijnen.

De haaruitval die door de behandeling veroorzaakt wordt, is meestal tijdelijk. Het haar begint binnen enkele weken tot maanden na het stoppen van de behandeling weer te groeien. Wanneer uw haar weer aangroeit, kan het anders zijn dan uw oorspronkelijke haar was, zoals: de kleur, het haar kan sluiker zijn of juist meer krullen hebben. Meestal is dit tijdelijk. In enkele uitzonderlijke gevallen is de haaruitval blijvend.

Uw arts kan u informeren over de mate van haarverlies uw behandeling mogelijk veroorzaakt. Ook kunt u informeren of hoofdhuidkoeling mogelijk is om haaruitval zoveel mogelijk te beperken.

Advies

uitvallen van veel haar tegelijk vinden de meeste mensen heel vervelend; u kunt van te voren alvast uw haar kort knippen 

  • als uw haar is uitgevallen, kunt u een pruik dragen
  • een haarwerkspecialist kan u helpen bij het kiezen van een haarstukje of pruik
  • vraag om advies voordat uw haar dunner wordt, dan is goed te zien welke coupe en kleur u gewend bent
  • uw eigen kapper en de verpleegkundigen zullen u informeren over adressen van haarwerkspecialisten
  • synthetische pruiken zijn vaak net zo mooi als pruiken van echt haar. Ze zijn bovendien lichter van gewicht, makkelijker in onderhoud en goedkoper. Laat u in ieder geval goed voorlichten.
  • (een deel van) de kosten voor een pruik of haarstukje wordt vergoed door uw ziektekostenverzekeraar. Informeer ernaar voordat u iets koopt.
  • wilt u geen pruik dragen? Een goed alternatief is een pet, sjaal of muts.
  • tegenwoordig kan tijdens de behandeling in het ziekenhuis hoofdhuidkoeling worden gegeven, om haaruitval zoveel mogelijk tegen te gaan. Informeer naar de mogelijkheden binnen uw ziekenhuis.
  • zie ook de website http://www.lookgoodfeelbetter.nl/www.geefhaareenkans.nl/ en www.hoofdhuidkoeling.nl (hoofdhuidkoeling wordt niet geadviseerd bij mensen met hematologische kanker of overgevoeligheid voor kou)

Maag-darmklachten

Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.

misselijk zijn en overgeven

Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en overgeven.

U kunt de volgende klachten krijgen:

  • kokhalzen en overgeven
  • weinig of geen eetlust
  • maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn
  • buikpijn of -krampen, opgezette buik, rommelingen in de buik
  • dorst

Medicijnen kunnen misselijkheid en overgeven verminderen of voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen altijd inneemt zoals u met uw behandelend arts hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om de medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.

Advies
  • gebruik vaker een kleine maaltijd. Probeer een lege maag te vermijden door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker of beschuit of een schaaltje yoghurt
  • ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuit voor het opstaan. Leg in de avond bijvoorbeeld een pakje toastjes klaar naast het bed of een pakje met soepstengels en smeerkaas
  • pas de maaltijden aan, neem geen producten die de misselijkheid vergroten
  • drink veel, tenminste 1,5 liter per dag. Dit zijn 14 kopjes of 12 bekers per dag
  • door op iets te zuigen, gaan de speekselklieren werken. Dit voorkomt een droge mond en een vieze smaak in de mond. Denk aan (suikervrije) zuurtjes, ijsklontje, waterijsje, zachte stukjes fruit en dropjes
  • probeer of het drinken van koolzuurhoudende dranken helpt. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven
  • zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht. Drukte en nare luchtjes kunnen de misselijkheid verergeren. Maak, wanneer mogelijk, een korte wandeling buiten. Dit kan helpen om de misselijkheid te verminderen en het eten na een maaltijd te laten zaken. Blijf uit de keuken waar net eten is klaargemaakt en ventileer uw woning goed
  • probeer gerechten die koud of op kamertemperatuur zijn, deze worden vaak beter verdragen. Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen tot ze lauwwarm zijn
  • neem een goede houding aan. Ga wanneer mogelijk rechtop zitten tijdens de maaltijd of probeer met het bovenste deel van het lichaam rechtop te zitten Ga niet meteen na de maaltijd weer liggen. Blijf tot een half uur na de maaltijd rechtop zitten. De maaltijd kan zo beter zakken en dat beperkt de misselijkheid

Meer informatie over voeding en kanker

Het is raadzaam om contact op te nemen met uw behandelend arts bij de volgende klachten:

  • ernstig en aanhoudend overgeven gedurende 24 uur of langer
  • als u niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ liter per dag (dat zijn 12 kopjes of 10 bekers)
  • als u tekenen van uitdroging vertoont; dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist. 
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.

diarree

Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. De opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen is dan verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten kunnen zijn:

  • buikpijn/buikkrampen
  • vaak aandrang om het toilet te bezoeken
  • dunne ontlasting
Advies
  • als u last heeft van diarree is het belangrijk dat u veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen en om uitdroging te voorkomen. Dit betekent dat u ongeveer 2 liter per dag moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers
  • het beste is om water, thee, bouillon (vooral zout) te drinken om de tekorten aan te vullen die de diarree veroorzaken
  • probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
  • eet geen grote maaltijden en geen vet, geen grove vezels en gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
  • drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol
  • een stoppend dieet heeft geen effect
  • vraag zo nodig advies aan een diëtist

    Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandeld arts:

  • als u diarree heeft die langer dan 24 uur aanhoudt
  • als er bloed bij de ontlasting zit als u diarree heeft in combinatie met braken

Lees hier alles over voeding en kanker


verstopping

Door uw behandeling kunt u last krijgen van verstopping (obstipatie).
Bij verstopping komt de ontlasting minder dan 3 keer per week. U kunt de volgende klachten hebben:

  • harde en droge ontlasting
  • persen bij stoelgang
  • opgezette buik
  • buikpijn/darmkrampen
  • verminderde eetlust door een vol gevoel
Advies
  • zorg dat u voldoende drinkt, minstens 2 liter per dag, dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • eet veel vezels. Vezels zitten in volkoren producten, fruit en groenten.
  • raadpleeg eventueel een diëtist voor advies
  • probeer zoveel mogelijk te bewegen 
  • zo nodig kan uw behandelend arts medicijnen voorschrijven om de stoelgang te bevorderen

Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandelend arts:

  • als u langer dan 2 dagen geen ontlasting heeft gehad
  • als u hevige buikkrampen heeft

Minder bloedcellen

In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.

tekort aan witte bloedcellen

Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal. 

Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:

  • een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
  • slijm ophoesten
  • pijn bij het plassen
  • troebele urine
  • vaker plassen
  • pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
  • buikpijn
  • diarree

Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.

Advies

Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.

  • als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
  • als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
  • zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
  • controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
  • een goede mondverzorging is belangrijk
  • probeer uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
  • mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
  • uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet

Pijn in spieren of gewrichten

Door de behandeling kunt u pijn krijgen in de spieren, gewrichten of botten. Klachten hierbij kunnen zijn:

  • spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen etc)
  • gewrichtspijn
  • te hoge spierspanning (spierspasmen)
  • pijn in de botten (botpijn)
Advies
  • u kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruiken tegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 maal daags tot een dagmaximum van 3000 mg)
  • nemen de klachten in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Schade aan zenuwen (neuropathie)

Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Dit wordt neuropathie genoemd. Als zenuwcellen beschadigen, kunt u verschillende klachten ervaren. Meestal beginnen deze klachten in uw vingertoppen en tenen. Maar ze kunnen zich ook verspreiden naar uw handen, voeten, armen en benen.

De klachten zijn meteen na de behandeling het ergst en verminderen in de weken tot maanden daarna. Het is ook mogelijk dat de klachten pas enkele dagen na de behandeling beginnen. Over het algemeen verdwijnen de klachten binnen enkele maanden. Bij sommige mensen gaan de klachten niet meer over. Welke klachten u ervaart, hangt af van welke zenuwen zijn beschadigd.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • minder gevoel of 'doof gevoel' in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • prikkelingen of tintelingen in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • een branderig gevoel in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • minder kracht in uw armen en/of benen
  • kramp in uw armen en/of benen
  • pijn in uw handen, voeten en huid bij het aanraken of bij wisselingen in temperatuur
  • verlies van fijne motoriek (bijvoorbeeld moeite met netjes schrijven of knoopjes dichtdoen)
  • minder goed kunnen horen of oorsuizen
  • problemen met uw evenwicht

Neuropathie kan uw dagelijks leven beperken. Bijvoorbeeld tijdens het sporten, wandelen, werken, slapen en bij uw hobby's of dagelijkse activiteiten. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten en problemen.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw behandelaar om erger worden en/of schade te voorkomen. Uw behandelaar kan samen met u bekijken wat er mogelijk is in uw situatie. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen. Ook kan u worden doorverwezen en/of kan de behandeling worden aangepast.
  • Vermijd dingen die pijn doen, zoals hitte of kou.
  • Draag geen strakke kleren en/of schoenen.
  • Rook niet en drink geen alcohol.
  • Zorg dat u voldoende beweging krijgt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen, blijkt een goed effect te hebben op neuropathie. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij ondersteunen. Vind er hier een bij u in de buurt.
  • Controleer regelmatig uw handen en voeten op wondjes of blaren, omdat u deze mogelijk niet voelt.

 Meer informatie over neuropathie kunt u hier vinden.

Laatst gewijzigd: 1 november 2023

Vasthouden van vocht

Door de behandeling kunt u vocht gaan vasthouden, ook wel oedeem genoemd. U kunt last krijgen van vochtophoping op plaatsen waar normaal niet of nauwelijks vocht aanwezig is, bijvoorbeeld rond de enkels of in het gezicht.

Dat kan de volgende klachten geven:

  • minder plassen
  • dikke enkels, voeten en/of benen, handen of armen of een dik gezicht
  • toename van het gewicht
  • kortademigheid
Advies
  • controleer uw gewicht regelmatig
  • komt u in korte tijd veel aan, neem dan contact op met uw behandelend arts
  • neem bij kortademigheid contact op met uw behandelend arts

Aankomen

Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het aankomen in gewicht als u kanker heeft. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw leefstijl is veranderd door vermoeidheid. Zo kan het zijn dat u minder beweegt. Ook uw eetpatroon kan veranderen door vermoeidheid. Zo kan het zijn dat u vaker kiest voor een kant-en-klare maaltijd of pizza. Gevoelens van stress, verdriet en spanning kunnen daarnaast zorgen voor een toename van de eetlust.

De behandeling kan ook een rol spelen bij gewichtstoename. Met name bij chemotherapie en hormoontherapie vinden er veranderingen in het lichaam plaats waardoor het lichaamsgewicht kan stijgen. Zo wordt de hoeveelheid vet in het lichaam groter en de spiermassa neemt juist af. Doordat vetcellen minder energie verbruiken dan spieren, heeft u minder energie nodig. Daarnaast zorgt chemotherapie, en soms ook hormoontherapie, ervoor dat de stofwisseling trager wordt, wat ook betekent dat uw lichaam minder energie nodig heeft. Soms kan een chemotherapie juist zorgen voor extra trek. Hierdoor kan het zijn dat u meer eet, wat uw lichaam vervolgens opslaat als vet. Vrouwen kunnen daarnaast door de behandelingen vervroegd in de overgang komen, ook dit kan leiden tot gewichtstoename.

Soms hangt gewichtstoename af van de plaats waar de tumor zit, maar vaker komt dit door de medicijnen die u neemt. Dikwijls hebt u zin in zoete voeding en snacks, ook als u deze voorkeur niet eerder had.

Advies

Bespreek met uw behandelend arts wat de oorzaken van de gewichtstoename kunnen zijn. Als u meer eet dan u eigenlijk nodig heeft, zijn er de volgende mogelijkheden:

  • in overleg met een diëtist wordt uw dieet aangepast
  • beweeg zoveel mogelijk, wandelen, fietsen
  • sla geen maaltijden over, want dan is de kans groter dat u naar ongezonde tussendoortjes grijpt
  • hebt u veel trek vlak voor het eten, neem dan een glas lauwwarm water; dat vult alvast even
  • eet bewust, neem kleine happen en geniet ervan.
  • overleg met uw behandelend arts of sporten onder begeleiding mogelijk is.

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist. 
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Lees hier meer informatie over voeding en kanker 

Botontkalking

Door de behandeling kunt u botontkalking krijgen. Klachten die kunnen optreden zijn:

  • botbreuken
  • het inzakken (krimpen) van ruggenwervels waardoor u kleiner of krommer wordt
Advies
  • probeer voldoende te bewegen (5 keer per week ½ uur wandelen of fietsen)
  • zorg voor gezonde voeding in overleg met een diëtiste
  • drink voldoende, voldoende betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • overleg met uw behandelend arts over medicijnen die de afbraak van botten kunnen remmen en/of de botten steviger kunnen maken

Lees hier meer informatie over botontkalking en welke zorgverleners u hierbij kunnen helpen 

Hoofdpijn

Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.

Advies

Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.

  • vermijd een prikkelende omgeving, zorg voor een rustige ruimte, eventueel verduisterd
  • probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten
  • overleg met uw behandelend arts over het gebruik van pijnstillers

Infecties

Door de behandeling bestaat een verhoogde gevoeligheid voor infectie. Door het onderdrukken van het afweersysteem (immunosuppressie) worden koorts en tekenen van infecties onderdrukt. Soms kan het voorkomen dat u niet of minder snel in de gaten heeft dat u een infectie ontwikkelt. Als u een infectie krijgt, heeft u vaak last van vermoeidheid en een algemeen ziek gevoel.

Een infectie betekent het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam die zich hier vermenigvuldigen. Voorbeelden van deze micro-organismen zijn virussen, bacteriën,  parasieten en schimmels.   

Bekende voorbeelden van infecties zijn:

  • urineweginfectie (bijv. blaasontsteking)
  • luchtweginfectie (bijv. keelontsteking of longontsteking)
  • buikgriep
  • infectie onder de huid
  • koortslip
Advies
  • vermijd contact met zieke mensen en grote groepen
  • zorg voor een goede lichaamshygiëne
  • zorg voor een goede mondverzorging door 4x per dag de tanden te poetsen en de mond regelmatig te spoelen
  • bij een temperatuur boven de 38,5 ºC moet u direct contact opnemen met uw behandelend arts of verpleegkundige

Koorts

Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38,5°C. Door de behandeling kan koorts ontstaan. Dat kan ook pas een aantal dagen na toediening.

Advies
  • bij koorts heeft het lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten, verliest u meer vocht dan gewoonlijk. Daarom is het belangrijk dat u voldoende drinkt. Voldoende betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • alleen op advies van uw behandelend arts mag u 2 tabletten paracetamol van 500 mg nemen (1000mg) en dit maximaal 4 x per dag (verspreid over 24 uur) 
  • heeft u koorts van 38,5 ºC of hoger, neem dan direct contact op met uw behandelend arts 

Psychische klachten

De diagnose kanker roept bij de meeste mensen angst en onzekerheid op. Sommige medicijnen kunnen ook psychische reacties geven. Klachten die hiermee gepaard gaan zijn:

  • verwardheid
  • angst
  • onrust
  • depressieve gevoelens
  • stemmingswisselingen
  • snel geïrriteerd zijn

Advies

Bespreek uw klachten met uw behandelend arts. Deze kan u verwijzen naar een psycholoog, psychotherapeut of psychiater. Kijk voor psychische zorg bij u in de buurt in de Verwijsgids Kanker.

Stemmingsveranderingen

Door de behandeling kan uw stemming veranderen. Afwisselend kunt u zich overdreven vrolijk voelen en veel energie hebben, het andere moment voelt u zich juist terneergeslagen, lusteloos en moe.

Advies
  • bespreek de stemmingsklachten die u ervaart met uw behandelend arts.